Verstijfd in de rol van boegbeeld
Diny Schouten
Natuurlijk publiceren kranten een foto op de dag dat een nieuwe minister háár begroting in de Kamer presenteert. De vraag is: wat komt in beeld? Was er op 22 februari van dit jaar één fotoredactie die niet koos voor het opvallendste onderdeel van de garderobe van de minister van Verkeer en Waterstaat: haar broekrok?
Slaan zulke dingen ergens op? Hebben mevrouw Weggens bekoorlijk brillekoordje, of haar laarsjes, meer belang dan dat ze de buitenkansjes zijn voor de fotograaf? De vraag is serieus en níét retorisch: er is vermoedelijk een hoger appeal mee in het geding dan alleen maar die van de seks. Toen de minister een nachtelijk bezoek bracht aan een rampgebied, deed haar schoeisel onmiskenbaar mee in de mystieke verwijzing naar Wilhelmina's ‘troostbezoek’ aan Zeeland, en de brutaliteit van die parallellie is ook, met verontwaardiging, als zodanig geinterpreteerd.
Evenmin is de sjaal van Benazir Bhutto ooit misverstaan als politiek symbool. Maar het fenomeen dat ‘uitgedragen vrouwelijkheid’ altijd van dynastiek gewicht is voor regeringsleidsters is kennelijk universeel. Moederlijkheid is daarbij als strategie niet ongebruikelijk. Het biedt een voordelige positie als ‘boegbeeld’, en die rol is onontkoombaar alleen aan vrouwen voorbehouden. Zo - ongeveer - geformuleerd is het een van de conclusies (waarschijnlijk eveneens: de uitgangspunten) van Antonia Frasers onderzoek naar Warrior Queens: heerseressen die haar onderdanen naar de oorlog leidden. Antonia Fraser (het is eigenlijk erg onbeleefd om haar niet Lady Antonia te noemen, ze is dochter van de zevende graaf van Longford, en ex-echtgenote van de conservatieve politicus Sir Hugh Fraser) was al beroemd om een eerdere, even opmerkelijke en vruchtbare vrouwenstudie, The Weaker Vessel, Women's Lot in 17th Century England (1984), dat een duizelingwekkend aantal voorbeelden geeft van de geestkracht, energie en dapperheid van vrouwen onder de Engelse Burgeroorlog, en in talloze korte biografieën hun levens, en levenskansen, reconstrueert.
KRIJGSHAFTIGE KONINGINNEN
Levens en legenden van strijdbare vrouwen
door Antonia Fraser
Uitgever Bosch & Keuning, 368 p., f 49,50
Mrs. Thatcher tijdens de viering van haar tienjarig regeringsjubileum
Antonia Frasers studie over machtige vrouwen
Frasers nieuwe boek heeft ongeveer dezelfde (helaas ietwat monotone) opbouw. De rij is lang: Medb. Cleopatra, Zenobia van Palmyra, Mathilde van Toscane, keizerin Maud, Tamara van Georgië, Isabella van Spanje, Elizabeth I, koningin Jinga van Angola, koningin Louise van Pruisen, keizerin Maria-Theresia, Catherina de Grote, de rani van Jhansi, Indira Gandhi, Golda Meir en Margaret Thatcher. Als constanten keren in hun geschiedenissen telkens dezelfde thema's terug.
Het verhaal over de Amazonen moest natuurlijk voorafgaan, maar Fraser doet zoiets efficiënt, met een prettig gebrek aan feministische extase, en eigenlijk alleen maar omdat ze in de Keltische en antieke mythologie de ‘prototypen’ herkent van de goddelijke aura's die zelfs zijn blijven hangen boven de oorlogsverrichtingen van twintigste-eeuwse voorbeelden. Het laatste hoofdstuk, ‘Onaantrekkelijk in een vrouw?’ is een discussiestuk met kritische noten over ideologisch-feministische verbeeldingen van het verleden.
Wat iedereen áán had, is uiteraard slechts een van de mindere details, maar toch niet van zo gering belang dat Fraser het ooit overslaat. Ze noemt een paar grappige voorbeelden. Zo is de handtas, die Golda Meir zelfs niet placht thuis te laten bij militaire inspecties, als symbool politiek misschien veel minder onschuldig dan het lijkt. Die tas deed Golda Meir er grootmoederlijk uitzien, een beeldvorming die te pas kwam als het erom ging beschermende emoties op te roepen bij de troepen. Elizabeth I, Elizabetha Triumphans, droeg nimmer magnifieker kledij dan toen ze, ten tijde van de oorlog met Spanje, het moreel van haar manschappen moest opvijzelen, en ze liet, vanwege het overdonderende effect, haar hofdames bij die gelegenheid thuis. De zeer mooie Louise van Pruisen wekte nog grotere aanbidding door in een flatteuze versie van een militair uniform te komen.
Gaat het te ver om ook het goudbrokaten kostuum dat Margaret Thatcher droeg bij het diner ter gelegenheid van haar tienjarig regeringsjubileum, aan te zien voor een betekenisrijk symbool? Thatchers glinsterende kostuum (dat op de officiële foto des te stralender uitkomt doordat de prime minister omringd wordt door de in oberkledij gestoken, uitsluitend mannelijke, leden van haar kabinet) lijkt majesteitelijke aspiraties te bevestigen. Fraser vermoedt intuïtieve politiek in het gegeven dat mevrouw Thatcher slechts eenmaal, en dat slechts voor korte tijd, een vrouwelijke minister (barones Janet Young) in haar kabinet verdroeg. De foto legt in elk geval verband met Elizabeth de Eerste, die de mannelijke galantheid naar zich toetrok door de enige vrouw te zijn. En was Thatcher ook niet ‘krijgskoningin’ toen ze haar onderdanen enthousiast maakte om de Argentijnen op hun nummer te zetten?
Sinds de Falkland-oorlog (april-juni 1982) wordt Margaret Thatcher door politieke tekenaars afgebeeld als de legendarische Icenenkoningin Boadicea: met borstplaten, zweep en zwaard. Uit de wielen van haar strijdkar steken gruwelijke messen, een door negentiende-eeuwers bedachte voorstelling die is uitgebeeld in Boadicea's glorieuze standbeeld op de Londense Embankment. Antonia Fraser nam de onuitsprekelijke ‘Boadicea’ - ze komt bij Tacitus voor als ‘Boudicca’, en waarschijnlijk nóg juister is ‘Boudica’ - als het ‘proteïsch’ voorbeeld van haar indrukwekkende galerij van oorlogaanvoersters. De Keltische koningin leidde haar volk (de Icenen) in de eerste Britse opstand tegen de Romeinen, 60 n. Chr. Aanvankelijk hadden de Britse rebellen groot succes. Ze verwoestten op gruwelijke wijze Colchester, St. Albans en Londen, waar een rode laag van verbrand puin, circa veertig centimeter dik, ongeveer vier meter onder de oppervlakte gelegen, ‘de archeoloog tot eeuwigdurende herinnering strekt aan het geweld van de Boudicaanse aanval’. De Romeinen sloegen de opstand hetzelfde jaar, nog bloediger, neer. Fraser beschrijft de gebeurtenissen met precisie. Haar studie heette oorspronkelijk ook naar de Iceense koningin: Boadicea's Chariot
Vervolg op pagina 4