De eeuwige terugkeer van het eeuwig vrouwelijke
Milan Kundera's roman over de ondraaglijkheid van het niet-bestaan
L'immortalité door Milan Kundera Uitgever Gallimard, 412 p. Importeur Nilsson & Lamm, f 49,30
Mels de Jong
In zijn nieuwste roman, L'immortalité, zegt Kundera, die er zelf als personage in optreedt, dat het boek waaraan hij bezig is niet is na te vertellen. En dat is maar goed ook, want: ‘tegenwoordig werpt men zich op alles wat maar geschreven is om het om te vormen tot film, televisiespel of stripverhaal. Omdat het wezenlijke in een roman datgene is wat alleen maar door een roman kan worden weergegeven blijft elke bewerking steken in het niet-wezenlijke.’ Met deze woorden zal Kundera ongetwijfeld verwijzen naar eigen ervaringen met filmland. De ondraaglijke lichtheid van het bestaan was weliswaar een mooie film met prachtige beelden, maar met het boek had hij toch niet meer dan de uiterlijkheden van het verhaal gemeen en die dienen in het werk van Kundera slechts als uitgangspunt voor zijn ideeën en bespiegelingen.
Zo plaatst hij in het boek de eenmaligheid van elke gebeurtenis, van elk leven, tegenover de gedachte van de ‘ewige Wiederkehr’ van Nietzsche, en daarmee vluchtigheid, ‘lichtheid’, tegenover de zwaarte die de druk der verantwoordelijkheid van Nietzsches filosofie impliceert. Beide denkbeelden zijn even ondraaglijk. Dat zelfs de kleinste gebeurtenis zich tot in alle eeuwigheid zou herhalen, waardoor alles onherroepelijk onvergankelijk wordt, evenzeer als het feit dat ‘uren, dagen, maanden, jaren als een schaduw heenvliegen’, waardoor ‘op de weg die wij betreden geen voetstap staat die beklijft’. Hoe moeilijk men zich bij het laatste kan neerleggen blijkt uit het algemene streven naar onsterfelijkheid in enigerlei vorm, met natuurlijk de schepping van een ‘hiernamaals’ als de meest voor de hand liggende.
Door de nadruk op deze thematiek had De ondraaglijke lichtheid van het bestaan heel goed als titel De onsterfelijkheid kunnen krijgen, maar nee, zo heet het nieuwe boek, waarin Kundera als personage niettemin opmerkt aan een boek bezig te zijn dat De ondraaglijke lichtheid van het bestaan zal gaan heten. Wel bestaat er een soort osmotische band tussen de twee boeken.
steye raviez