Kwaliteit als vijandbeeld
Het gelijk van Mineke Schipper
Beyond the Boundaries African Literature and Literary History door Mineke Schipper Uitgever Allison & Busby, 212 p., f 29,95 Importeur Van Ditmar
Hans Schoots
In China, India, Europa, Japan en de Arabische wereld bestaat sedert eeuwen, zo niet millennia, een indrukwekkende traditie van geschreven literatuur. Bij ons is er weliswaar vrijwel niemand die Chinese klassieken leest, maar we weten dat ze er zijn en dat Europa dus niet de bakermat van de schone letteren is. Toch zijn er gebieden, zoals Afrika bezuiden de Sahara, waar vrijwel alleen mondelinge overlevering bestond, tot de geschreven literatuur er door Europeanen werd geïntroduceerd. Afrikaanse schrijvers bevinden zich in een spanningsveld tussen Europese invloed en eigen identiteit. De Senegalees Sembene Ousmane brengt bijvoorbeeld elementen uit de eigen orale traditie onder in voor ons vertrouwd vormgegeven sociaal-realistische romans. Zijn werk is voor de Europese lezer gemakkelijk toegankelijk en hetzelfde geldt voor vele andere Afrikaanse auteurs.
In Beyond the Boundaries onderzoekt Mineke Schipper de Afrikaanse letteren uitgaande van de interculturele literatuurwetenschap. De schrijfster doceerde van 1964 tot 1972 aan de Université Nationale de Zaïre, was gastdocente aan diverse andere Afrikaanse universiteiten en is nu bijzonder hoogleraar aan de Vrije Universiteit van Amsterdam en verbonden aan de Leidse Universiteit.
Om niet in eurocentrisme te vervallen wil zij vergelijkend onderzoek doen vanuit ‘internationaal oogpunt’. De clou hiervan is de afschaffing van het waardeoordeel, om zo alle literaturen gelijkwaardig en onderling vergelijkbaar te maken. Kwaliteit is in Schippers opinie een onbruikbare term, die bovendien meestal dekmantel is voor een eurocentrisch oordeel. Wat is echter literatuur min kwaliteit? Een ‘tekst’, een bloedeloze aangelegenheid, waarin het doel van schrijver en lezer worden weggecijferd. De schrijver, die in zijn zoektocht naar het onzegbare juist een bepaalde kwaliteit tracht te bereiken, hoe moeilijk definieerbaar die ook is. De lezer, die leest in de hoop deze kwaliteit te vinden, die hem iets over de wereld zegt dat de wetenschapper hem niet kan vertellen.
Wanneer Schipper betoogt dat de literaire normen steeds verschuiven, heeft ze volkomen gelijk - het is de aard van de zaak. Maar wanneer ze hieruit concludeert dat we er daarom net zo goed over kunnen zwijgen, zet ze de zaak op zijn kop. Voor de wetenschapper moet het frustrerend zijn te zien hoe de literatuur altijd weer aan zijn greep ontsnapt. De criticus heeft daartegenover het voorrecht te mogen doen wat auteur en lezer ook doen: om de hete brij heen draaien, in een bij voorbaat mislukte poging het raadsel te onthullen.
Schipper wordt in haar theorievorming wellicht geleid door hartstocht voor de Afrikaanse literatuur en de wens deze binnen ons blikveld crete analyse, bijvoorbeeld van de invloed die de orale traditie uitoefent op hedendaagse Afrikaanse auteurs, of van de bijzondere plaats die de ik-vorm inneemt in de Afrikaanse literatuur, vestigt zij de aandacht op het karakteristieke van het Afrikaanse schrijven, dat ook voor ons interessant is. Ook voor degene die het met haar theoretische uitgangspunten niet eens is, zijn deze meer ‘praktische’ hoofdstukken zeer lezenswaardig. Ze hadden als uitgangspunt kunnen dienen om juist te wijzen op de kwaliteit die door Afrikaanse auteurs wordt bereikt, een benadering waarbij de laatsten mij meer gebaat lijken dan bij de afkondiging van een algehele gelijkschakeling. De Europese literatuurlezer is toegankelijk gebleken voor André Breton en Paul van Ostaijen. Hij is over het algemeen bereid geweest - wellicht na aanvankelijke weerstand - literaire vernieuwingen te aanvaarden. Schipper draagt het vijandbeeld met zich mee van een vrijwel onaantastbare Europese canon. Ik geloof dat deze ‘canon’ in werkelijkheid zo veranderlijk is, dat er nauwelijks van gesproken kan worden. In het kerstnummer van de VN Boekenbijlage noemden drieenveertig critici ieder hun beste boeken van 1989. Slechts twee boeken werden meer dan driemaal genoemd. Grotere versplintering is nauwelijks denkbaar. Het nieuwe heeft altijd enige tijd nodig om door te dringen, maar uiteindelijk wordt kwaliteit meestal herkend, ook als ze uit Afrika komt.
■