Stilstand
Maslows goed ontwikkelde observatievermogen leidt tot een gruwelijk beeld van een land dat ten onder gaat aan teenage soldiers, vulkaanuitbarstingen en winstbejag. Zijn speurtocht naar de laatste overlevende quetzals, de mythische vogels van de Maya's, wordt een queeste naar het ware, ongerepte Guatemala. De vogel van het leven is stervend, en zijn plaats wordt overgenomen door de vogel van de dood, de gier. Alleen in de meest geisoleerde natuurgebieden zou de quetzal zich nog staande kunnen houden, maar die gebieden worden op allerlei manieren bedreigd. Maslow onderstreept hiermee zijdelings ook de tragiek van de natuurbescherming in een land als Guatemala. Slechts een enkeling begrijpt dat de quetzal alleen kan overleven als zijn natuurlijke habitat in stand wordt gehouden, en de meest fervente strijder voor de natuurbescherming heeft ook in Guatemala zijn inzet met de dood moeten bekopen.
Maslows aandacht voor details heeft een nadeel: zij zet hem aan tot een soms overdreven bloemrijke stijl waarbij het lijkt alsof hij iedere kwalificerende term onder handbereik heeft willen inschakelen. Ik ben niet echt gecharmeerd van constructies als ‘a smell of entropy’ (hij bedoelt waarschijnlijk ‘decay’), en ook niet van de merkwaardige Nederlandse vertaling ‘een geur van stilstand’. Maar Maslow maakt het de vertaler ook niet echt gemakkelijk, en over het algemeen is de Nederlandse tekst van goede kwaliteit.
De quetzal en de gier maakt zijn pretentie, meer dan een spannend reisboek te zijn, grotendeels waar. Daarnaast zou het mogelijk de voorbode kunnen zijn van een nieuwe stijl in de reisliteratuur. Na boekenplanken vol ontboezemingen over smerige hotels, opdringerige taxichauffeurs en andere frustraties, is het woord nu aan de uitstekend historisch en natuurwetenschappelijk voorbereide, nauwkeurig registrerende reiziger. En dat is dan vooral iemand die zich heeft ontdaan van de nog steeds zo wijdverbreide westerse arrogantie om de natuur als een oninteressant verschijnsel te beschouwen tenzij die een bron van persoonlijk ongemak vormt. Het zou me dan ook niet verbazen als we in de jaren negentig een nieuwe vorm van non-fiction zullen zien verschijnen: de ecoliteratuur.
■