Versleten soldatenbroek
Drie maanden geleden, op 15 december 1989, werd Gone With The Wind (GWTW) vijftig. GWTW is een mijlpaal in de culturele geschiedenis van de Verenigde Staten, en zoals het met mijlpalen gaat: er werden weer veel boeken tegenaan gestapeld. Herb Bridges (en Terryl Boodman) maakte voor uitgever Simon and Schuster een flink boek (28 × 21,5 cm, 244 p., f 35,60) met als ondertitel The Definitive Illustrated History of The Book, The Movie and The Legend. Het boek bestaat ook uit foto's, met bijschriften, allemaal mooi gegroepeerd, en hier en daar een lust voor het oog dat GWTW aanschouwd heeft. Maar het is dun vergeleken bij het album (29 × 22,5 cm. Prentice Hall, importeur Roodveldt, 256 p., f 66,50), gebonden met stofomslag, dat The Art of Gone With The Wind heet, met als ondertitel The Making of a Legend (door Judy Cameron en Paul J. Christman, en voorzien van een inleiding van Daniel Mayer Selznick, die daarin niet ten onrechte constateert dat GWTW voor hem iets van een familiebedrijfje heeft. De film is hier maar een klein onderdeel, alles vanaf het script tot aan de première wordt apart beschreven, en élk kiekje dat werd gevonden heeft zijn plaatsje, ook een aantal van de foto's die bij de opnamen werden gebruikt. Dit is zo'n opname uit het hoofdstuk ‘Kostuums’. Het laat zien wat Olivia de Havilland droeg onder haar nachthemd bij de scène op Tara, waar ze het leven laat na waardig dat nachthemd uit te trekken. ‘Iedereen wou bij die opname zijn, dus maakten we uit een oud kamizooltje en een versleten soldatenbroek iets dat lekker onder dat nachthemd zat.’ Aldus Walter Pluckett, de kostuumontwerper van de film. Hij droeg de foto aan het album bij, want rechtsonder is nog de opdracht van Olivia aan Pluckett op de foto te lezen. Een rijk bezit, voor drie en een half uur kijkplezier.
Zelfs het geestige telegram dat toneelschrijver Moss Hart aan Selznick stuurde, na de première: ‘Oh, all right, go ahead and have a vulgar commercial success.’
RF