Eenvoudige humor
‘Wat doet Jan Kuitenbrouwer in een advertentie van V & D?’ Wel, schrijvers gaan vér in deze dagen, en als F. Springer zijn uitgever pleziert door voor de fotograaf de pose in te nemen van de jongedame met de Nivea strandbal, waarom zou Kuitenbrouwer dan niet op verzoek van de reclameboys voor Malle Eppie spelen? De bezorgdheid van V & D, dat we de grap van een full page Jan niet zullen snappen, lijkt me overdreven. Die pet, en dan nog verkeerd-om, dat is de clou, dat zie je zo. Jannemans guitige blik verraadt het trouwens, en kijk, daar staat het ook: 't Wordt steeds leuker bij V & D. Ze houden daar van eenvoudige humor, uitgelegd aan wie het allemaal boven Jans komieke petje gaat. Dat is ook meteen het ernstige bezwaar tegen Kuitenbrouwers selectie (wel een zéér magere: acht stuks, héél groot gezet, met véél wit en héél erge illustraties) uit zijn vorig jaar in NRC Handelsblad verschenen columns. In Pure Luxe, Acht gevallen van weeldepijn (V & D. 72 p., f 5,90) worden te veel grapjes uitgelegd. Die vergissing neemt al een aanvang in de titel. ‘Weeldepijn’ is een aardige vondst, maar wat is het dan melig om de titelpagina te voorzien van een pseudo-lemma uit het woordenboek: ‘Weeldepijn (lat.), v. (m.) (-en), een zeurend kloppen in de koopklier, gecombineerd met een hinderlijk trekken van de betaalspier.’ In ‘Kleredingen’, een dialoogje over de bezwaren tegen de weer modieus geworden knopengulp, is het argeloze signalement van het neologisme mijn Willem-Alexander écht leuk. Dat vindt de schrijver zelf ook; wat jammer nou dat hij het grapje drie keer herhaalt. Kuitenbrouwers mijmeringen bij eigentijdse fetisjen als de fax, de kampeervakantie en ‘het aabeetje’ (voor non-yups: 's
schrijvers koosnaam voor ‘het afstandbedienertje’) zijn voor het overige héús charmant, alleen is leuk alleen leuk als er niet voortdurend leuk op staat.
DS