Ontwrichte asociale paradijzen
De alledaagse waanzin van Charles Bukowski
Duvelstoejager door Charles Bukowski Vertaling Diederik van den Abeele Uitgever De Bezige Bij, 202 p., f 34,90
Eric Gobbers
De ingrediënten van Bukowski's werk zijn genoegzaam bekend. Zijn alter ego Henry Chinaski, leeft aan de zelfkant tussen schooiers en goedkope hoeren. Hij is een mensenhater en extreem alcoholist en hij is constant geil. Duvelstoejager is een recent eindje van dezelfde worst met als monotone rode draad een eindeloze reeks miezerige jobs die net genoeg opbrengen om de huur van een schamel appartement te betalen en hallucinante hoeveelheden alcohol aan te schaffen. De jonge Chinaski (maar toch stel je je hem al voor met de oude, pokdalige, verzopen kop van zijn schepper) heeft wegens mentale onevenwichtigheid niet in dienst hoeven gaan om de Tweede Wereldoorlog in Europa uit te vechten. Omdat de meeste jonge mannen weg zijn is het iets makkelijker om aan werk te komen. Heel af en toe wordt vermeld dat Henry in feite schrijver wil worden, maar zijn korte verhalen worden steeds met vriendelijke bedankbriefjes geretourneerd.
Chinaski is een schandvlek op het Amerikaanse blazoen, dat vooruitgang en optimisme hoog in het vaandel voert. Hij is niet gemotiveerd: ‘Eerlijk gezegd gruwde ik van het leven, van wat je niet allemaal moest doen, alleen maar om te kunnen eten, slapen en je in de kleren te houden. Dus bleef ik in bed en dronk. Als je dronk was de wereld er nog steeds, maar had hij je even niet bij de keel.’ Op een (te) intuïtieve manier schrijft Bukowski over de relatie tussen wat van iemand een schrijver maakt en de onherleidbaarheid van de realiteit.
Charles Bukowski
joan levine
De wereld die in deze boeken beschreven wordt, is ondanks de indruk van het tegendeel, zeer kunstmatig. Bukowski is zeker geen documentair schrijver, hij vertelt sprookjes voor volwassenen. De eindeloze reeksen morsige bars, de totale lak aan elke vorm van arbeidsethiek, de vrouwen die volledig worden bepaald door de libidineuze drive van de schrijver, wijzen op een ietwat ontwricht asociaal paradijs, waar de wetten van produktie en efficiëntie niet gelden.
Die aspecten van Bukowski zijn best interessant, maar er is ook heel wat mee mis: het is verschrikkelijk anekdotisch. Men mag niet uit het oog verliezen dat deze schrijver zijn sporen heeft verdiend in de publikaties van de zogenaamde free press, die tijdens de jaren zestig aan de Amerikaanse westkust welig tierde. Het waren voor het merendeel weinig kapitaalkrachtige uitgaven, waarin een mengeling van naïef-revolutionair elan met wazige drugmystiek en zogenaamde ‘bevrijdende’ porno voor een antibourgeois ideologie moest doorgaan. Bukowski was toen al veel ouder dan het volkje dat in zijn rauwe en anarchistische verhalen geïnteresseerd was. Voor hen was Bukowski's universum zeer exotisch en in essentie (zoals de drugs, de revolutie en de porno) escapistisch. Men moet dat niet betreuren, want boeken als Warmwatermuziek, Verhalen van alledaagse waanzin en deze Duvelstoejager hebben ook geen andere ambitie. De zonet even aangestipte ideeën over de relatie tussen de schrijver en de maatschappelijke orde worden er volkomen ongevaarlijk in aangeraakt, omdat er niet over nagedacht is. Bukowski's werk is een perfect voorbeeld van de directheids-ideologie, alles is duidelijk en simpel en door een man of vrouw met een beetje eerlijke inborst aan te voelen. Waarbij dan niet wordt verteld dat onze gevoeligheid sterk vervuild is en met extreme argwaan moet worden bekeken. Die argwaan heet denken, iets wat in alle literatuur van waarde gebeurt, maar niet bij Bukowski, en dat maakt hem even ongevaarlijk als gezellig.
■