De selecte hartstocht bedreigd
Wat is eigenlijk een ‘cultboek’ of ‘cultfilm’?
Een uitgelezen hartstocht De geschiedenis van 50 cultboeken in de 20ste eeuw Samengestelling Jaap Goedegebuure, Arnold Heumakers, Robert Klein. Met interviews door Hans Bouman, Dirk van Ginkel Illustraties van Siegfried Woldhek Uitgever Libris. 208 blz., f 19,90
R. Ferdinandusse
Bij de vele woorden en begrippen die misbruikt worden, begint cult een ereplaats te krijgen. Elke film die in het verleden meer dan duizend kijkers kreeg, elk boek dat een keer herdrukt is, loopt het risico het etiket cult opgeplakt te krijgen.
Er zijn nu zelfs beschouwingen waarin Gone with the Wind tot de cultfilms gerekend wordt, alleen maar omdat het een rolprent uit de oudheid is, die door velen nog steeds vereerd wordt. Gone is geen cult maar, om in filmtermen te blijven, a legend, een legende, bij zijn geboorte al met Oscars overladen en in de loop van de tijd en door de constante hervertoningen voorzien van fabelachtige contouren. Casablanca dan? Casablanca is in ieder geval een cultfilm geweest. Toen de film in 1942 in de bioscoop kwam keek niemand ervan op. Pas een jaar later, toen hij opnieuw werd uitgebracht omdat Churchill en Roosevelt een ‘topconferentie’ in de stad van die naam hielden kwam het succes (en een Oscar als ‘beste film’). De film begon een tweede leven in het begin van de jaren zestig, toen Humphrey Bogart wederopstond en op Amerikaanse universiteiten werd gezien. Bekend uit die tijd zijn de jaarlijkse hervertoningen in het Brattle Theatre in Cambridge, Massachusetts, waar het(zelfde) publiek de gewoonte had befaamde stukken van de dialoog hardop mee te spreken. De schare discipelen was toen klein, maar breidde zich gestadig uit. De film kwam steeds vaker op televisie, geldt door zijn reputatie als most outstanding cultfilm nu algemeen als meesterwerk en is daardoor bij zo ontzaglijk veel intellectuelen op de video terecht gekomen, dat hij gevoeglijk van de cultlijst kan worden afgevoerd en in de klassieke erehemel binnengeleid.
Jan Cremer, tekening van Siegfried Woldhek
D.H. Lawrence, tekening van Siegfried Woldhek
Want een van de voornaamste kenmerken van een cultfilm is dat de schare discipelen klein en select is; daarbij hoort natuurlijk dat vertoning en verspreiding beperkt zijn en het allermooiste is het als de rolprent al vanaf het begin omstreden of verworpen is geweest. Eigenlijk is dat een voorwaarde: cult is iets mooi vinden, iets vereren dat indertijd dooreen massa klootzakken verworpen is. John Wayne, een rechtse, domme doerak is altijd door de intelligentsia uitgekotst, en juist daarom is de western Rio Bravo, op zichzelf al prachtig, nog eens méér cult dan ooit.
Maar helaas leven we in een tijd van massacultuur, waar slimme vogels en geldmakers alles herdrukken en hervertonen. Dat is op zichzelf mooi, maar tegelijk ook verschrikkelijk: wat vandaag geestelijk eigendom van een kleine groep liefhebbers was, kan morgen, opgepept door de publiciteit (jongens, jongens, we moeten nu allemaal James Purdy gaan lezen) ineens een rage zijn, waardoor de lol er eigenlijk alweer af is. Roger Corman, regisseur van veel horrorwerk, werd door de critici van zijn dagen uitgespuwd, maar bouwde langzaam een kleine, groeiende kring van bewonderaars op, die een aantal van zijn films aanbaden alsof ze Gods woord waren. Die aanbidders spoedden zich vroeger naar elke incidentele nachtvoorstelling om zich opnieuw te laven aan The Little Shop of Horrors (1960). Maar ja, exact deze dagen is het kreng bijna elke week op FilmNet te aanschouwen, met alle ellende van dien. De aanbidder kan nu niet meer élke keer weer kijken en wat overblijft is de pest in omdat de film gemeengoed lijkt te worden.
Zou het met boeken anders zijn? Bij de Librisboekhandels (en naar ik aanneem ook daarin alleen verkrijgbaar) verscheen Een uitgelezen hartstocht, de ‘geschiedenis van 50 cultboeken in de 20ste eeuw’.
In het voorwoord (van Jaap Goedegebuure) wordt als voorbeeld van een cultboek genoemd Die Leiden des jungen Werthers. Heel de jeugd dier dagen (1774) raakte in de ban van het boek, iedereen las het, schreef het na, kende het uit het hoofd, en enkelen pleegden zelfs op dezelfde wijze als Werther zelfmoord. Dat heeft veel weg van een cultus, maar is het daardoor een cultboek? Na het lezen van Pietje Bell zetten honderden kwajongens een speld in de drukbel van de weduwe om de hoek, maar is het daardoor een cultboek? In hetzelfde voorwoord haalt Goedegebuure Jan Siebelink aan die bekende dat hij zijn cultboek, A rebours van J.-K. Huysmans veel minder goed begon te vinden vanaf het moment dat het in bredere kring gewaardeerd werd. Dat is al een criterium dat beter te hanteren valt.
De lijst van vijftig van deze eeuw wordt geopend met Conan Doyles The Hound of the Baskervilles (uit 1902), dat wordt aangeprezen met: ‘Sherlock Holmes ook het bovennatuurlijke te slim af.’ en waarvan Goedegebuure niet veel meer weet te zeggen dan dat het tot Holmes' bekendste en meest geliefde avonturen hoort. Dus cult? Uit 1928 stamt het op de lijst voorkomende Lady Chatterley's Lover, dat door een verspreidingsverbod en veel rechtszaken pas in de jaren zestig ongekuist kon verschijnen. Ik kan me voorstellen dat het daarom veel gelezen is, ik kan me ook voorstellen dat het lezeressen naar de tuinman heeft gedreven, maar dat het als roman een kringetje van vereerders en herlezers heeft opgebouwd, waardoor het woord cult gerechtvaardigd is, lijkt me sterk.