Zondagskring
Groniek, het historisch tijdschrift van de Groningse Universiteit heeft een rijke traditie in het maken van speciale themanummers. Het zojuist verschenen nummer 107 (170 p., f 18,95, te bestellen door overmaking van dit bedrag op gironummer 1496758 t.n.v. Groniek, Groningen) is gewijd aan Midden-Europa, een thema waar de redactie al mee bezig moet zijn geweest voordat de recente gebeurtenissen plaatshadden. Het is weer een uitstekende aflevering waarin vele aspecten aan de orde komen die de dagelijkse berichtgeving in de kranten van achtergrond voorzien. Uitgangspunt van de meestal goed geschreven bijdragen is vaak het essay ‘The Tragedy of Central Europe’ van Milan Kundera uit 1984. Kundera zag als gemeenschappelijk kenmerk van de Middeneuropese landen vooral hun culturele lot. Natuurlijk is er een kerngebied dat ruwweg wordt omvat door Oostenrijk, Hongarije en Tsjechoslowakije, maar de landen daar omheen leveren niet minder hun aandeel. Algemene essays in het nummer gaan in op wat men onder Midden-Europa moet verstaan: niet minder interessant is het overzicht van de recente Hongaarse literatuur, de rol van Wenen en Boedapest in de negentiende eeuw, over de sociaal-democraat Victor Adler, over de dichter Endre Ady (1877-1919) die deel uitmaakte van de ‘Sonntagkreis’ waartoe ook Georg Lukács, Karl Mannheim, Arnold Hauser en de dichter Béla Balázs behoorden, het antisemitisme in de nadagen van de Habsburgse monarchie, de verhouding tussen Duitsland en Midden-Europa en ‘Wedekind, Kraus, Schnitzler en de bevrijding van de Weense vrouw’. Wie het te veel wordt kan even uitwijken naar het kritische interview met Simon Schama dat het nummer besluit.
CP