Vrij Nederland. Boekenbijlage 1990
(1990)– [tijdschrift] Vrij Nederland– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 2]
| |
Jan Fred van WijnenPrecies twee jaar geleden vertelde de Brusselse journalist Johan Anthierens aan Vrij Nederland dat hij in datzelfde jaar zijn biografie van de Belgisch-Franse liedjeszanger Jacques Brel zou publiceren. Het boek is er nog steeds niet. De hoofdstukken die hij in juni 1988 had voltooid werden door uitgeverij Veen afgekeurd als ‘te verklarend, te schoolmeesterachtig’; volgens uitgever Dick Gubbels had Anthierens ten onrechte geprobeerd het definitieve boek over Brel te schrijven. De biograaf kreeg het advies om er een wat persoonlijker visie van te maken, een ‘humeurboek van Anthierens over Brel’, en dat wil hem niet lukken. ‘Ik heb het zwaar onderschat,’ zegt Anthierens. ‘Dat overkomt me wel meer. Eigen schuld, dikke bult.’ Die bult is voornamelijk gerezen bij Veen, die hem een voorschot had gegeven van ‘iets tussen de zeven- en tienduizend gulden’ - precies weet Anthierens het niet meer en Gubbels zegt dat zijn geheugen hem op dit punt ook in de steek laat. Toen hij enige tijd geleden naar Gubbels was gestapt om te vertellen dat hij ermee wilde stoppen (‘ik merkte dat ik mijn afspraken niet kon nakomen’), had Gubbels gezegd: geen paniek, je probeert het gewoon opnieuw en dat voorschot is toch niet door de uitgever terugvorderbaar. Anthierens zegt nu een vol jaar nodig te hebben om het toch af te maken, vooral omdat hij veel nieuwe details heeft gevonden, maar eigenlijk omdat hij het veel te druk heeft met televisie-optredens en andere boeken. Hij stelt bijvoorbeeld het Kritisch koningsboek samen. Dat is een bloemlezing van stukjes over de Belgische koning Boudewijn, die in september zestig wordt en omstreeks die tijd een kwarteeuw is getrouwd. Het verschijnt in september en als het goed wordt ontvangen, zegt Anthierens, ‘krijg ik weer de push om Brel af te maken’. Dat zal Dick Gubbels maar ten dele geruststellen, want die zag nu juist niets in het Kritisch koningsboek; hij vond het te Belgisch en verwees Anthierens naar een Belgische uitgever (het wordt uitgegeven door Kritak). Eén voorbehoud maakt Anthierens op zijn goede voornemen: als hij het niet uiterlijk in 1992 heeft voltooid, ziet hij er helemaal van af. ‘Ik wil er niet eindeloos mee bezig zijn,’ zegt hij. Dick Gubbels blijft er intussen van overtuigd dat Anthierens het karwei nog zal klaren.
In juni publiceert uitgeverij Agathon/Unieboek een ‘eenmalige, goedkope roze volkseditie’ van twee boekjes van Heere Heeresma, die al enkele tientallen keren zijn herdrukt: Gelukkige paren en Een hete ijssalon (beide uit 1965). Goedkoop zijn ze inderdaad: f 14,90. De relevante typering roze houdt hiermee verband, dat de afbeeldingen in de voorjaarprospectus zwart-wit zijn. Het is alleen niet helemaal duidelijk waar volkseditie op mag slaan. Er zijn al zoveel van deze twee zogenaamde ‘porno-persiflages’ verkocht, dat er in elke volksboekenkast wel een moet staan. Maar goed. In de prospectus staat een lijst citaten van recensenten die destijds allemaal in zwijm moeten zijn gevallen na het lezen van deze literatuur. ‘Erotisch werk van grote allure!’ zou ‘de gevreesde essayist’ Claude C. Krijgelmans van de in 1982 opgeheven Haagse krant Het Vaderland hebben geschreven. ‘Wel potdôme, met die prachtig geschreven, meeslepende en diepgravende porno van Heeresma, ben ook ik aan mijn gevoeg gekome,’ schreef blijkbaar Tom van Deel, ‘sensitief criticus’ van Trouw. In Het Parool zou ‘de scherpgeschaarde boekenschouwer’ Wim Sanders hebben geschreven: ‘Ik ben dooraderd, een koel kritikus en kan 'm moeilijk overeind krijgen. Maar met Gelukkige paren, nou ik vloog overeind.’ En Frank van Dijl van Het Vrije Volk zou zichzelf in de personages ‘Renee’ en ‘Janine’ hebben herkend. Natuurlijk hebben deze recensenten dit nooit geschreven - zoals ze, ten overvloede, bevestigen. Wat ze gemeen hebben, is dat ze allemaal wel eens een boek van Heeresma hebben afgekraakt. Het is, kortom, ironie. Zet de uitgever het daarom in zijn prospectus? Wilde Heeresma dat zo graag? Jan Bos, uitgever van Agathon: ‘Ik wist niet dat die citaten waren bedacht. Ze staan in deze vorm al heel lang op de paperback-editie van die boeken. Ik werkte hier nog niet toen ze werden gemaakt. Maar dat zult u wel niet zo'n bevredigend antwoord vinden.’
In april verschijnt bij uitgeverij Centerboek de autobiografie van Mike Milan, een Amerikaan die beweert vijfentwintig jaar te hebben gewerkt voor een geheim privé-team van de voormalige, meest beruchte directeur van de FBI, J. Edgar Hoover. Bovendien zou hij daarvoor hebben gewerkt voor de maffia. Bij het verschijnen van Squad, geheim commando ‘Uncle Sam’ kan Mike Milan worden geïnterviewd, maar in vermomming. Hij is namelijk nog steeds bang te worden herkend door de wraakzuchtige maffia, zegt de uitgever. Het hangt dan wel af van de animo bij de Nederlandse pers of hij komt. Als er maar drie aanvragen zijn, die schriftelijk bij de uitgever moeten worden ingediend, laten ze Milan niet helemaal uit Amerika overkomen. Bij navraag blijken noch de FBI, noch de Society of Former Special Agents een Mike Milan in hun archieven te hebben. Wel een David Milan, ex-special agent. De woordvoerster van de Society zegt dat ze jarenlang bij het privé-team heeft gewerkt, maar nog nooit van Mike Milan heeft gehoord. Dat kan kloppen, zegt de directeur van Centerboek, Willem Jan van de Wetering. Milan heeft nooit op de pay-roll van de FBI gestaan, want officieel bestond zijn team niet. Milan was ook niet zijn echte naam. Het team, dat werd opgeheven in 1974, bestond uit tien mensen die óf dood zijn, óf gehersenspoeld. Milan was dus gehersenspoeld, en pas na vijftien jaar begon hij zich weer van alles te herinneren - zegt de uitgever. Is er nu enige zekerheid dat Mike Milan inderdaad voor de FBI heeft gewerkt? ‘Nee,’ erkent Van de Wetering, ‘het kan inderdaad allemaal zijn verzonnen.’
Pieter Lakeman, specialist in populair geschreven onthullingen van fraude en bedrog (Het gaat uitstekend, Frisse zaken en, samen met Pauline van der Ven, Failliet op krediet), wil zich niet meer op zijn uitgevers verlaten. Voortaan geeft hij zijn boeken zelf uit. Omdat hij voorlopig geen plannen heeft om zelf te schrijven, begint hij met boeken van anderen. Daar heeft hij ervaring mee, schrijft hij in zijn eerste voorjaarsaanbieding. Terwijl er ruim 150.000 exemplaren van zijn eigen boeken werden verkocht, ontdekte hij ook nog eens ‘succesvolle auteurs’ die hij bij andere uitgevers onderbracht: Jos van Hezewijk met Topelites van Nederland, mr. Frank Visser, fraude-officier van justitie in Alkmaar, met De verdachte zakenman en Pauline van der Ven met Beleggen en speculeren op de beurs. Allemaal bij uitgeverij Balans, waar ook zijn eigen boeken verschenen. Zulke cadeautjes geeft hij nu natuurlijk niet meer weg. Het eerste boek van Pieter Lakeman Publishers verschijnt in maart: De gynaecoloog van drs. Lidy Schoon, die ‘de vaak minder fraaie praktijk van het gynaecologisch bedrijf’ beschrijft. Lakeman heeft op dit moment een lijst van ‘vele tientallen’ titels in zijn hoofd, deels oorspronkelijke, op het ‘sociaal-medische, economische en historische’ terrein, die ‘expliciet niet-wetenschappelijk’ zijn. Boeken van Pieter Lakeman Publishers zijn geschreven in ‘begrijpelijke taal en met een krachtige visie, geen opsomming van feiten’. Een ‘humoristisch bestsellertje’, zegt de nieuwe uitgever, die tenslotte ook nog geld moet verdienen, ‘mag er ook best tussendoor glippen’.
Een van de beroemdste Duitse pornografische romans, Josephine Mutzenbacher - de levensgeschiedenis van een Weense prostituée, werd in 1906 anoniem gepubliceerd. Sindsdien heeft uitgeverij Rogner & Bernhard ongeveer 200.000 exemplaren, de vertaal- en de filmrechten verkocht, en nooit auteursrechten afgedragen, want de schrijver was niet bekend. Het boek werd wel vaak toegeschreven aan de auteur Felix Salten, de schepper van het beroemde, door Walt Disney verfilmde verhaal Bambi, maar de familie Salten heeft het altijd ontkend. Nu beweert de kleindochter van Felix Salten dat haar grootvader het boek inderdaad heeft geschreven. Ze eist voor de rechtbank van Karlsruhe de royalty's die haar familie jarenlang zijn onthouden. Bij een lagere instantie werd haar eis afgewezen, want er was geen onomstotelijk bewijs. Dat denkt ze nu wel te hebben, schrijft het Duitse weekblad Stern. Haar kroongetuige is een Weense literatuurcriticus die ooit aan Felix Salten vroeg of hij de schrijver was, waarop de schrijver van Bambi het ‘niet ontkend’ had.
HERSTEL: In de Boekenbijlage van vorige week stonden ten onrechte als auteurs van deze rubriek vermeld Hans Bouman en Ed van Eeden. De auteur was Jan Fred van Wijnen. |
|