De reis, niet de aankomst
De brieven van Leonard Woolf, een intellectueel van koele passie
Carel Peeters
‘Woolf, Woolf!, iemand die Virgina Woolf steeds maar “Woolf” noemt zal nooit iets van haar begrijpen!’ schrijft Stephen Spender getergd in april 1983 in zijn dagboek als reactie op een ‘Mrs N.’ die hem na afloop van een lezing had doorgezaagd over Virginia Woolf: kreeg ‘Woolf’ wel de rust en de ruimte om te schrijven met een man als Leonard Woolf? Had Leonard Woolf wel genoeg waardering voor haar talent? ‘Had he not enforced his personality on Woolf?’ Spender moet op dat moment weer eens precies hebben aangevoeld hoe laat het was: ook al heeft Leonard Woolf ervoor gezorgd dat Virginia Woolf ondanks haar fragiele psychologische toestand juist wèl alle ruimte kreeg voor alles wat ze wilde schrijven, het mag niet waar zijn. Zijn permanente zorg en zijn bezorgdheid om haar geestelijke gezondheid werden weer eens omgesmeed tot een ‘regime’ dat haar persoonlijkheid en talent beknotte. Het grote voordeel van de enorme hoeveelheid brieven, dagboeken en herinneringen die uit de kring van de Bloomsbury Group zijn gepubliceerd is dat ze precies het omgekeerde onthullen: was Leonard Woolf een vrouw geweest (Leonora) dan zou dezelfde Mrs N. hebben kunnen kraaien dat Leonora haar leven ten koste van haar eigen ambities geheel en doggedly in dienst van haar man had gesteld.
Leonard Woolf (1880-1969) was wat hij zelf een ‘introspective intellectual’ noemde. Dat betekende in de praktijk dat hij zich bijvoorbeeld jaren in allerlei functies met de politiek van Labour bemoeide, maar niet de ambitie koesterde werkelijke politieke verantwoordelijkheid te dragen. Zijn politieke belangstelling was van intellectuele aard, gevoed door literatuur en filosofie. Hij is het voorbeeld van een praktische, niet te corrumperen intellectueel, iemand met een zelfbewuste weerbarstige onbevangenheid die onder alle omstandigheden zei wat hij dacht. Dat was al te zien aan zijn vijfdelige autobiografie, maar zijn brieven tonen het allemaal nog openlijker. Daarin verschijnen kanten van hem waar men zelf niet zo direct mee voor dag komt bij het schrijven van een autobiografie, zoals de mate van zijn passie voor - toen nog - Virginia Stephen in de brieven uit het jaar van hun huwelijk 1912.
LETTERS OF LEONARD WOOLF
Redactie Frederic Spotts
Uitgever Harcourt Brace Jovanovich, 616 p.
Importeur European Book Service, f 76,95
De Engelse editie verschijnt in februari bij Weidenfeld & Nicholson
Leonard Woolf
De zeshonderd brieven die Frederic Spotts heeft gekozen komen uit een verzameling van duizenden en zijn gericht aan Lytton Strachey, Edward Albee, Isaiah Berlin, Sigmund Freud, Peggy Ashcroft, Gerald Brenan, T.S. Eliot, E.M. Forster, Victor Gollancz, Robert Graves, John Maynard Keynes, Kingsley Martin, G.E. Moore, Vita Sackville-West, Sylvia Townsend Warner, Beatrice en Sidney Webb, H.G. Wells, Rebecca West, Harold Wilson en alle bekende en minder bekende Bloomsburians.