Propria cures
Vervolg van pagina 1
helft van de jaren vijftig zorgde PC voor een kritisch, ironisch en somtijds cynisch tegengeluid. Diverse lieden die hun leven zouden wijden aan het schrijven van kritische, ironische of kritisch-ironische stukjes, debuteerden in deze jaren in PC: Renate Rubinstein, Hugo Brandt Corstius en Rinus Ferdinandusse. Een enkele redacteur werd later minister van Defensie. In deze jaren was PC werkelijk tegendraads, de tijdgeest een paar stappen voor, met de late jaren zestig als it's finest hour.
Dat PC in de eerste helft van de jaren zestig werd gedreven door politiek engagement, zal niemand verbazen. Het weekblad was weer door de tijdgeest ingehaald. Vrijwel zonder enige terughouding identificeerde de redactie zich met de Studenten Vakbeweging en Provo. Hoogtepunt van het engagement was de langdurige en onverbiddelijke strijd, zonder twijfel een betere zaak waardig, tegen het voorgenomen huwelijk van Beatrix en Claus.
De opstelling van PC in de tweede helft van de jaren zestig was veel kritischer en origineler dan het engagement dat eraan voorafging. Terwijl de Nederlandse culturele elite steeds linkser werd en de revolutie zo nu en dan zag dagen, koos de PC-redactie voor een sceptisch, non-politiek standpunt. De SVB, schreef Hans Vervoort, was een fiasco. Deze redacteur vroeg zich ook af waarom de emancipatie van de studenten in godsnaam gepaard moest gaan met allerlei vroeg-socialistische retoriek. Studentenpolitiek, besloot PC, was onzin. Veel jonge intellectuelen kwamen daar pas jaren later achter. Als de Asva oproept om op de CPN te stemmen, moet PC daar niets van hebben. Aan de Maagdenhuisbezetting besteedt het weinig aandacht. Theun de Winter schreef: laten we maar gewoon doen, dan doen we al gek genoeg. In de studentenwereld van de late jaren zestig een moedig standpunt.
In 1970 maakte de Asva, die zich ondertussen had ontwikkeld tot een geheel irrelevante revolutionaire voorhoede, een eind aan het collectieve abonnement. Vanaf dat moment wordt PC door een stichting uitgegeven, die sedert de late jaren zeventig door de overheid wordt gesubsidieerd. Het is op zijn minst ironisch dat dit kwetsende weekblad, dit wonder van tegendraadsheid met zijn intense aandacht voor faecaliën, slechts door de overheid voor de ondergang wordt behoed.
De ontkoppeling van Asva-lidmaatschap en PC-abonnement bleek toch op den duur zeer nadelige effecten te hebben. Beroofd van zijn achterban werd PC een marginaal literair-satirisch krantje. Van de wervende kracht die het weekblad in de jaren vijftig en zestig had, is in de jaren tachtig weinig overgebleven. Reacties van boze lezers werden steeds schaarser, en wat is het nut van kwetsen als er niemand boos wordt? Bij gelegenheid van het vijfennegentigjarig jubileum van PC merkte feestredenaar Ferdinandusse op dat PC in het luchtledige opereerde. Ligtenberg en Polak signaleren dit alles wel, maar zijn niet al te somber. Volgens hen is PC in de loop van de jaren zeventig een invloedrijke literaire stroming geworden. Als dat het geval is, lijkt mij dat niet de verdienste van PC, eerder het gevolg van de extreme kleinschaligheid van het Nederlandse literaire leven. Van de vele ongetwijfeld bekwame schrijvers die in de jaren zeventig en tachtig in PC optraden, heeft alleen Mensje van Keulen werkelijk literair talent.