Mistroostig stemmend
Venema heeft zijn boek systematisch en dus overzichtelijk opgezet. Hij begint met de oorlogsgeschiedenis van de tijdschriften, waarin de verschillende schrijversgroepen met hun aanhang zich manifesteerden, gaat voort met de opportunisten, wijdt dan een memorabel hoofdstuk aan de katholieken, en eindigt met de Nationaal Fronters en de SS'ers. Dat alles verantwoord in talloze citaten, dertig bladzijden noten en een grote hoeveelheid bijlagen. Daarin kan men bijvoorbeeld de inhoudsopgaven van de tijdschriften vinden en bijdragen van de behandelde auteurs. Vruchtbare polemieken, zoals met W.S. Huberts, de biograaf van Kettmann, ontbreken evenmin. Een register, onmisbaar in een boek als dit, sluit het omvangrijke en belangrijke werk af, dat beslist geen ‘Kultuurkamertjeszondebokken schieten’ (Kees Stip) is geworden.
Belangrijk is het omdat een macht aan verspreid materiaal hier documentair verantwoord nu overzichtelijk en gesystematiseerd is bijeengebracht. Velen zullen veel, weinigen weinig schokkende nieuwe gegevens in dit wat mistroostig stemmend werk aantreffen. De eraan voorafgaande deelstudies heeft Venema erin verwerkt. Gewetensvragen worden erin gesteld, niet beantwoord. Zo doet Van Deyssels dubieuze houding in de bezettingsjaren niet af van zijn blijvende betekenis voor onze literatuur van zo'n honderd jaar geleden, maar het wordt nu wel moeilijk, zoals het dat werd bij Ezra Pound of L.-F. Céline, de sympathie die deze zonderling met zijn werk ooit teweegbracht niet verdampt te zien (of ‘verdammt’?) in dit felle zoeklicht op zijn ego. Wat Venema over J.C. Bloem schrijft bevat ook voor mij een aantal verrassingen van onaangename aard, die, omgekeerd als bij Van Deyssel, mijn diepe verbondenheid met deze dichter evenwel niet kunnen aantasten. Maar op zulke teleurstellingen moet men, als het om oorlog gaat, voorbereid zijn.
Enfin, ik wil maar zeggen, wie in de Nederlandse volksaard, in de Nederlandse literatuur en in traumatische gebeurtenissen als oorlog en bezetting in Nederland belang stelt, die vindt in De harde kern materiaal te over, gewenst en ongewenst.
■