Wij lazen het boek rauw
Over de ontvangst van ‘De avonden’ en ‘Het stenen bruidsbed’
Over de sleutel in de kast Over Het stenen bruidsbed van Harry Mulisch Samengesteld door J.A. Dautzenberg Uitgever De Bezige Bij, 277 p., f45, -
Over de avonden De eerste roman van Gerard Reve samengesteld door G.F.H. Raat Uitgever Conserve, 396 p., f 49,90
Joost Zwagerman
Dat zij gezworen vijanden zijn, is te veel gezegd, maar naar verwachting zullen ze elkaar wel nooit in de armen vallen: Gerard Reve en Harry Mulisch. In diens gedicht ‘Lethe’ voert Reve zijn collega op als ‘kafeenicht Mulles’ die, getuige een ander gedicht met de veelzeggende titel ‘Afrekening’, grote gelijkenis vertoont met het werk dat hij afscheidt: ‘een zeepbel die uiteenspat’. In zijn pamflet Het ironische van de ironie (1972) sprak Mulisch op zijn beurt over het ‘verachtelijk en achterlijk’ geschrijf van ‘de ouwe toverheks’ Reve, die met een uit de hand gelopen spel van ironie en parodie de ene racistische enormiteit na de andere wenst te debiteren en daar, ‘je kent Gerardje toch’, nog gniffelend om gewaardeerd wordt ook.
De ironie van het lot wil dat beide schrijvers vrijwel gelijktijdig worden geëerd met een bundeling opstellen, en in beide gevallen gaat het om wat hun respectieve kenners beschouwen als het meesterwerk in het oeuvre. In Over de sleutel in de kast noemt samensteller J.A. Dautzenberg Het stenen bruidsbed ‘een van de drie grote meesterwerken van de naoorlogse Nederlandse romankunst’. Hoewel hij zich realiseert dat het ‘in de literatuurwetenschap niet en vogue is blijk te geven van bewondering voor een boek’, laat Dautzenberg er geen twijfel over bestaan dat geestdrift hem heeft aangezet tot het schrijven van zijn meer dan honderdvijftig pagina's tellende proeve van close reading, gepresenteerd als ‘aantekeningen’ bij de roman waarin Dautzenberg onder meer de ‘veelheid van interpretaties’ inventariseert die over Het stenen bruidsbed zijn uitgestort.
Gerard Reve en Thom Hoffman
steye raviez
Maria Mathijsen geeft een overzicht van de drukgeschiedenis en bibliografie van de roman, waaruit blijkt dat er in de eerste jaren na verschijning van het boek niet meer dan twee-, hooguit drieduizend exemplaren verkocht werden. Inmiddels is dat aantal de 200.000 exemplaren gepasseerd. De sleutel in de kast bevat verder nog bijdragen van onder anderen Jan Blokker en Aad Nuis, die de beschuldiging als zou Mulisch Engaged in Writing van Stephen Spender hebben geplagieerd, definitief weerspreekt. Mulisch zelf is aanwezig met onder meer zijn inleiding op de Noorse vertaling van Het stenen bruidsbed, waarin hij onthult dat het Nederlands de taal was die in het paradijs werd gesproken.