Vader
Om te beginnen een vraag: u bent jong, en enigszins overspannen, en u vermoordt een vrouw, een kennis. Daar ligt ze op het vloerkleed. Wat zou u doen om haar kwijt te raken? Voor de hand ligt natuurlijk: de kofferbak van uw auto. Maar zelfs zonder veel politieromans gelezen te hebben weet u ook zeker dat dát juist niet moet want dan barst uw kofferbak van de stille getuigen: stofjes, haren, lakschraapsel, huidschilfers en oorwas.
Maar de hoofdpersoon uit Paul Binnerts' thriller Intensive Care trekt zich daar niks van aan, hij stopt de vrouw in de kofferbak en dumpt haar in een bos bij Hilversum. Hij vreest echter voor bandensporen en laat enkele wielen van zijn auto opnieuw bebanden. De politie is ook niet gek, en onderzoekt of zijn banden kloppen met die bandensporen. Maar in de kofferbak kijken ze niet.
Dat is ook niet verwonderlijk, want Binnerts wil helemaal geen politieroman schrijven. Zijn inspecteur, Van Ommeren, een witgekuifde wetsdienaar, is een afwachtende figuur die soms dagen niks van zich laat horen, en dan ineens, bij voorbeeld zondagavond om elf uur opbelt om de verdachte de schrik op het lijf te jagen. Intensive Care is een psychologische thriller. Op de achterkant staat zelfs: ‘Intensive Care is een sterke psychologische thriller die vergelijkingen oproept met het beste werk van Patricia Highsmith.’ Een riskante zin: het kan een debutant meteen dooddrukken, aan de andere kant is de vergelijking met Highsmith niet geheel ten onrechte.
Intensive Care gaat over een jonge violist van een Radio Symfonie Orkest (met een mooi beschreven verhouding met de vrouw van de Poolse dirigent) die in onmin met zijn vader leeft en op een avond, toevallig, via het tv-scherm, zijn vader ziet in een documentaire over ernstige hartpatiënten. Zoals dat hoort in de literatuur raakt hij geintrigeerd, wroeging steekt het kleine kopje op, hij raakt emotioneel van slag, leugens, vluchtgedrag en het loopt uit op moord en een tragisch einde.
Binnerts vertelt het verhaal in de Highsmith-traditie: langzaam, dwingend, en af en toe schrijft hij veel beter dan het grote voorbeeld. Zijn figuren zijn prachtig getekend; de dirigent, diens vrouw, de televisieregisseur, de verpleegster, het is een lust om te lezen. Het enige dat een beetje in de weg zit is dat thriller-idee. In haar handleiding, Plotting and Writing Suspense Fiction, schrijft Highsmith: ‘The obvious is the easy way out, usually not the best way.’ Zowel in de moorden als in de slotscènes heeft Binnerts het zich wat dat betreft nogal gemakkelijk gemaakt. Zijn aandacht was bij de waan van zijn hoofdpersoon, en niet bij de lezer die op die verrassende opdonder zit te wachten van het totaal onverwachte. En die de politie niet gaag onderschat ziet. Binnerts zou zonder veel moeite een sterke thriller kunnen schrijven. Maar ja, zijn tweede boek zal wel een roman worden.
■