Tornen aan vanzelfsprekendheden
vervolg van pagina 14
noch de lezer vastleggen of een plaats toewijzen.
Een schrijver die op vrijheid mikt, maakt deel uit van een ongeteld aantal tradities; dit denkbeeld zelf is een van de belangrijkste tradities van de moderne literatuur. In het werk van Krol is een pleidooi vervat voor de vrijheid van de intellectueel, zoals in de peroratie van dit boek: ‘hoe weet de intellectueel of zijn ideeën de maatschappij werkelijk van nut zijn? Dat weet hij niet. De maatschappij op zichzelf, de grote en kleine mechanismen ervan, interesseert hem niet zo zeer. Wat hem interesseert zijn de mensen, die hij ziet zoals hij zelf is en die hij, gelijk God, wil vormen naar zijn beeld, als zijn gelijkenis: wat hem interesseert in de mensen is hun visie en hun vrijheid om te kiezen. Wat hij, de intellectueel, als zijn taak ziet is: die vrijheid zo groot mogelijk te maken.’
Een hoog gegrepen passage, die Krol in de trant van Nescio meteen relativeert met een klein hoofdstuk, getiteld Het gravertje. Net als de vorige keer moet ik melden dat de slotzin Nescio waardig is; veel complimenteuzer kan ik niet zijn.
■