Een vrouw verstrikt in de islam
Het moedige debuut van Ahdaf Soueif
Aisha door Ahdaf Soueif Uitgever: Jonathan Cape, 159 p., f39,85 Importeur: Keesing
Jan Brugman
Het komt regelmatig voor dat schrijvers in een andere dan hun moedertaal publiceren. In Europa zijn Conrad en Nabokov waarschijnlijk de bekendste voorbeelden, maar ook in Azië en Afrika is het verschijnsel verre van ongewoon. Sommigen van de Aziatische of Afrikaanse schrijvers die in het Engels publiceren behoren zelfs tot de groten in de moderne Engelstalige literatuur, zoals de Indiër Naipaul en de Nigeriaan Soyinka.
Als het land van de schrijver meer dan één taal heeft, of, erger nog, geen algemeen aanvaarde schrijftaal, dan is het heel begrijpelijk dat hij in een ander medium gaat publiceren. Maar het gebeurt ook wanneer zo'n algemeen aanvaarde en goed ontwikkelde cultuurtaal wel degelijk beschikbaar is, zoals het geval is in de Arabische wereld. Dat hangt natuurlijk samen met de kolonisatie van de Arabische landen en de grote invloed van de westerse cultuur, ook de literatuur, in deze voormalige koloniën, waar de eigen literaire tradities nu bijna geheel verdrongen zijn door westerse literatuurvormen. Vooral in Noord-Afrika hebben veel Arabische schrijvers in het Frans gepubliceerd, met name in Algerije, waar bij voorbeeld Kateb Yacine en Mohammed Dib zeer bekend zijn geworden door hun romans. In Libanon bezong een van de bards van het Libanese nationalisme zelfs zijn moedertaal - het Libanees Arabisch dus - vol vuur in het Frans: ‘Puisque lorsque j'écris une langue étrangère, / A l'ombre du silence ou dans l'or du discours, / Vous êtes ma voix, Sainte voix de ma mère, / Chaude comme l'amour.’
Dat in de Arabische landen vooral het Frans als literair medium populair is geweest, komt waarschijnlijk mede doordat de Fransen ook buiten hun koloniën altijd een bewuste cultuurpolitiek hebben gevoerd en het schrijven in het Frans op vele manieren werd aangemoedigd. Zelfs in Egypte, dat in 1882 op achteloze wijze in de Britse invloedssfeer terecht was gekomen en daar sindsdien met ferme hand binnen werd gehouden, is die Franse invloed altijd heel sterk geweest. Zo kon daar nog in 1955 een bloemlezing verschijnen van aldaar woonachtige dichters die in het Frans schreven - weliswaar niet allemaal ‘echte’ Egyptenaren (zoals uit de enigszins vage titel Poètes en Egypte al bleek) maar toch met merendeels Arabische klinkende namen.
Het is dus nogal opvallend dat de Egyptische schrijfster Ahdaf Soueif, voor wie (dat blijkt uit haar boek heel duidelijk) het Arabisch kennelijk de moedertaal is, haar eerste roman, Aisha, in het Engels heeft gepubliceerd. Zij heeft dat gedaan op een moment dat de reactie tegen de westerse cultuur in het hele Midden-Oosten een hoogtepunt heeft bereikt met de wederopleving van het islamitisch fundamentalisme, zoals dat niet altijd terecht wordt genoemd. Want ook in Egypte, dat zich nu veilig in de Amerikaanse invloedssfeer bevindt, is de invloed van deze ietwat xenofobe denkwijze groeiende, al was het alleen maar omdat de binnenlandse oppositie tevreden wordt gesteld met veel concessies aan de godsdienstige bewegingen.
Deze roman is dus een opvallend verschijnsel voor iedereen die vertrouwd is met de toestanden in de Arabische wereld, al voordat hij het boek gelezen heeft. Bij lezing blijkt het boek nog opvallender: het is namelijk geenszins een verhaal dat ‘overal’ gesitueerd kan zijn als de namen van de dramatis personae een beetje veranderd zouden worden - een genre dat zich al snel opdringt in een andere taal, en dat op zich zelf niet minder interessant zou hoeven te zijn. Aisha gaat wel degelijk over Egypte, maar zonder een streekroman te zijn of het zoveelste verhaal over het schilderachtige of voor mijn part raadselachtige Egypte. Noch is het een roman à la Durrells Alexandria Quartet, waar de ‘echte’ Egyptenaren functioneren als goedhartige figuranten achter de Engelse of Levantijnse hoofdpersonen. Het gaat wel degelijk over het andere, het ‘echte’ Egypte, zowel dat van de upper middle class als dat van het gewone volk.
Ahdaf Soueif