De Maori's
Bekend is ook de geschiedenis van de Hongaarse Kroon van St. Stephan, uit de elfde eeuw daterend en beschouwd als een heilig voorwerp - door de paus geschonken - met magische kracht. De kroon verdween in 1944 uit Boedapest en dook pas in 1965 op in Fort Knox, of all places. In 1978 is hij uit Amerika naar Boedapest geretourneerd om, zeer diplomatiek, niet aan het Hongaarse gouvernement maar aan het Hongaarse volk te worden teruggegeven. Maar... was het de echte? In 1981 is bij een onderzoek gebleken dat het wel om een antiek stuk ging, maar dat dit niet uit de elfde eeuw kon dateren. De werkelijke kroon zou al in 1045 naar de paus teruggestuurd zijn en lijkt verdwenen te zijn. Tenzij alsnog zou blijken dat het Vaticaan hem al die tijd al bezit, waar nu een vermeende ‘repliek’ berust.
Het vlot geschreven boek, helaas wel met weinig diepgang, besluit met zeer bloederige verhalen uit de Derde Wereld, waarnaar hier verwezen moge worden, en met een standpuntbepaling van de schrijver. Deze herinnert eraan hoe de Maori's van Nieuw-Zeeland door de hele wereld naar hun in de loop der tijden weggevoerde bezittingen hebben laten zoeken. Ruim vijfduizend belangrijke objecten konden teruggevonden worden, in negenenzestig musea. Gevraagd naar het standpunt van de Maori's ten aanzien van eventuele teruggave gaf de leider van het onderzoek te kennen dat hij de zaak had voorgelegd aan de New Zealand Maori Council. Het antwoord was geweest dat ‘hoewel het erg plezierig zou zijn om hun schatten in Nieuw-Zeeland terug te zien, zij ook van mening waren dat het belangrijk was als andere volkeren wat af zouden weten van de Maori's’.
Een gezonde visie. Ongetwijfeld is het waar dat de geschiedenis op geen enkele wijze meer ter verantwoording kan worden geroepen. Wat de Elgin Marbles betreft, indertijd zei men dat Elgin ze geroofd had, nu vinden wij dat hij ze gered heeft. Wat hij op de Akropolis van Athene achterliet, verkeert in een zo deerlijke staat dat een restauratieprogramma van tien jaren ondernomen wordt. Boven Athene hangt permanent een koffiebruine wolk. Teruggave aan Griekenland zou eerder een nationalistisch dan een wetenschappelijk of kunstzinnig doel nastreven en neerkomen op verplaatsing van het ene museum naar het andere (in het gunstigste geval). Een defenitief antwoord op de vraag kan misschien gegeven worden zodra Athene zelf uit zijn Nationaal Museum het goud aan Mykene heeft teruggegeven, de wandschilderingen aan Santorini, de grote Kouros aan Sounion, de bronzen jongeling aan Antikythera. Et cetera. Boven elk nationalisme verheven behoort de Griekse kunst na bijna drieduizend jaar in de eerste plaats, evenals de Griekse literatuur, aan de gehele mensheid. Een zinniger gebaar zou het zijn als Londen van de Parthenonsculpturen afgietsels in bij voorbeeld kunststeen liet maken, die dan ook daadwerkelijk weer in het Parthenon zelf zouden kunnen worden ingevoegd. Egypte doet dit met het Graf van Horemheb. Elk land dat daar stukken van heeft - waaronder Nederland - heeft daar met het grootste genoegen afgietsels van afgestaan. Dat is zeker geen slechte oplossing.
Het boek van Chamberlin zet ons op een zinnige manier aan het denken. Het is bovendien uitstekend geïllustreerd.
■