Feminisme
Nettie, die terecht komt in Liberia, de staat die is gesticht door Amerikaanse ex-slaven, maakt een heel andere ontwikkeling door. Ze krijgt een betere scholing, en betere mogelijkheden om politieke ervaring op te doen. Maar uiteindelijk is ook dat politieke persoonlijk - de veranderingen die zich in Nettie voltrekken door het leven in die zich zelf corrumperende staat en door het dagelijks contact met autochtone stammen, zijn evenzeer tekenen van eigen groei als Celie's overwinningen op haar omgeving. Als oudere vrouwen zien de twee zusters, met hun gezamenlijke kinderen, hun mannen en hun geliefden, elkaar terug in hun geboortehuis - een thuiskomst die het meest doet denken aan de magische, zonovergoten slotscènes in sommige komedies van Shakespeare.
Deze simplistische en schematische samenvatting van het verhaal doet het boek geen recht. De wereld van The Color Purple is oneindig rijker - naast Celie, Shug Avery en Nettie komen er veel meer levensechte, complexe persoonlijkheden in voor - vrouwen en mannen - en veel traditionele zwart-zuidelijke thema's worden er op een verrassend nieuwe manier in behandeld. En wat de feministische kant van het boek betreft, ook in dit opzicht wijkt het van inmiddels tot gemeenplaatsen geworden ideeën af. Zo wordt de onderdrukking van de vrouw hier niet gepresenteerd als een parallel van de onderdrukking van negers door blanken.
In al zijn complexiteit wordt het boek gedragen door Celie's ongeschoolde, gebroken taal - een proza als poëzie, met een heel subtiele werking. Ondanks alle zwarte ellende die er in voorkomt is The Color Purple een komedie, en de stem van Celie is daarbij een van de belangrijkste ingrediënten. Het is een stem die je van het wanhopig staccato van haar eerste korte briefjes aan God hoort veranderen in een rijk, humoristisch, hard-boiled, maar zeer ontspannen geluid van een oudere vrouw. Die stem lijkt op Shug Avery's ogen:
‘What I love best bout Shug is what she been through, I say. When you look in Shug's eyes you know she been where she been, seen what she seen, did what she did. And now she know.’ Dat het boek goed en gelukkig eindigt is een aangename verrassing, en een van de redenen waarom het op een sprookje lijkt, maar heeft ook andere implicaties. Christopher Fry heeft eens geschreven: ‘Comedy is an escape, not from truth but from despair: a narrow escape into faith.’
Behalve een indrukwekkend literair meesterwerk is The Color Purple inderdaad ook een exploratie van religieus gevoel, en niet alleen omdat Celie haar brieven aan God richt als er niemand anders is tegen wie ze kan praten. Het boek is opgedragen To the Spirit: Without whose assistance / Neither this book / Nor I / Would have been / Written. De beweging van het plot is die van heling en verzoening, en de les die Celie leert is niet alleen die van solidariteit, ‘sisterhood’, waarbij de sterkere vrouwen de zwakkeren voorgaan en beschermen, en hen leren te leven en te beminnen.
De paarse kleur van de titel komt terug op bladzijde 167, waar Shug Avery aan Celie vertelt hoe zij God ziet - niet als een oude blanke man, of een vrouw, maar als een onzijdig iets, ‘It’.
‘But what do it look like? I ast.
Don't look like nothing, she say. It ain't a picture show. It ain't something you can look at apart from anything else, including yourself. I believe God is everything say Shug. Everything that is or ever was or ever will be. And when you can feel that, and be happy to feel that, you've found It...
Listen, God love everything you love - and a mess of stuff you don't. But more than anything else, God love admiration.
You saying God vain? I ast.
Naw, she say. Not vain, just wanting to share a good thing. I think it pisses God off if you walk by the color purple in a field somewhere and don't notice it.
What it do when it pissed off? I ast. Oh, it make something else. People-think pleasing God is all God care about. But any fool living in the world can see it always trying to please us back.
Het is verbazingwekkend hoe schijnbaar moeiteloos, en zonder sentimentaliteit, zonder suikergoed, maar juist door de bitterheden in de levens van haar hoofdfiguren heen, Alice Walker een mildheid doet ontstaan, een verzoening die inderdaad niet beter kan worden beschreven dan als een ‘escape into faith’. Als dat, op zo'n hoog literair niveau mogelijk is, zijn we niet ver meer van de toppen van een feministische kunst - die dan vast niet meer zo zal heten.
■
De Nederlandse vertaling van Alice Walker ‘The Color Purple’, verschijnt binnenkort bij Uitgeverij In de Knipscheer.