De bekering van Leslie Fiedler
Omhelzing van populaire literatuur als reactie op de academische kritiek
What Was Literature door Leslie Fiedler Uitgever: Simon & Schuster, 288 p., f49,65 Importeur: Van Ditmar
Ed Schilders
Leslie Fiedler is momenteel waarschijnlijk het bekendst als de auteur van het fascinerende werk over anders-gevormde mensen, Freaks. Daarin toonde hij aan welke angsten met welke lusten in onze psyche gemeenschap hebben als wij heel dikke vrouwen, zeer dunne mannen, op leeuwen of olifanten gelijkende mensen, dwergen of reuzen bezien. Wat wellicht minder lezers buiten de Verenigde Staten weten, is dat Leslie Fiedler zelf een freak is.
Hij is, om precies te zijn, de rara avis van de Amerikaanse literatuur, een omschrijving die hij weliswaar te danken heeft aan de spotlust van zijn collega's, maar die hij zeker niet zal ontkennen. Integendeel. In zijn nieuwste studie over literatuur in Amerika, What Was Literature, herhaalt hij met genoegen de collegiale uitspraak dat hij zich in zijn dertigjarige carrière als prozaschrijver en als criticus en theoreticus heeft opgewerkt van enfant terrible naar de status van dirty old man. Time, in een van die schaarse momenten waarop het blad aandacht besteedde aan literaire kritiek, noemde hem een ‘most daring skinny dipper’ en dat is precies de uitspraak die sindsdien in alle flapteksten van Fiedlers boeken voorkomt. Hij provoceert en incasseert niet alleen, hij adverteert ook. Het is, gezien door Europese, en misschien moet ik wel zeggen Nederlandse ogen, een toch wel wat merkwaardige reputatie, aangezien Fiedler zijn leven lang eigenlijk niets anders gedaan heeft dan op persoonlijke wijze over literatuur berichten met daarnaast een misschien niet altijd even academische maar dan toch doordachte en doorvoelde hang naar de relatie tussen literatuur en de samenleving. Zijn proza, hoewel nooit van het allerzwaarste kaliber, heeft daarnaast altijd de sporen gekend van een originele geest en een nooit geheel geruststellende oogopslag. In ons land, waar van alles wat schrijft een afwijking of twee, drie verwacht wordt, en getolereerd - dat is belangrijker - zou Fiedler nooit een freak geworden zijn.
De schandalen, waaraan Fiedler aanduidingen als ‘skinny dipper’ overhield, zijn heel gevarieerd. In 1957 werd zijn korte verhaal Nude Croquet het doelwit van protestacties van met de censor geallieerde lezers. Het verscheen in Esquire en vertelt over een groep behoorlijk deftige mensen die zich laat verleiden tot wat in de titel beloofd wordt, een partijtje croquet in het bloot, met ‘in leer gebonden folio's, in het midden opengeslagen en met de ruggen naar boven, bij wijze van wickets.’ Het rumoer kostte het tijdschrijft duizenden dollars aan advertenties en Fiedler een aanzienlijke hoeveelheid academisch respect. Wat daar nog van over was kwam ten heftigste ter discussie toen Fiedler in 1967 door de politie gearresteerd werd in Buffalo, New York, op verdenking in zijn huis gelegenheid te hebben gegeven tot het verhandelen en gebruiken van marihuana. De affaire - Fiedler werd door een lager gerechtshof tot zes maanden gevangenisstraf veroordeeld en moest tot aan het Supreme Court in beroep - baarde zelfs enig opzien in ons land, waar Fiedler een halfjaar zou komen doceren op uitnodiging van de Universiteit van Amsterdam. Die uitnodiging werd aanvankelijk ingetrokken maar later, onder druk van de pro-Fiedler publiciteit in de Verenigde Staten en in ons land, hernieuwd. Toen, echter, wilde Fiedler niet meer, al kwam hij wel naar Amsterdam na een uitnodiging van de Asva. ‘I came to love Holland,’ schrijft hij in een van zijn mooiste werken, Being Busted, ‘despite its claustrophobic dimensions (...) and its strange addiction to the tulip, most unattractive of all flowers.’