Van internationale allure
Henk Sneevliet en de geschiedenis van het MLL-front
Tegen fascisme, kapitalisme en oorlog: Het Marx-Lenin-Luxemburg-front Juli 1940-april 1942 door Wim Bot Uitgever: Syndikaat f24,75
Igor Cornelissen
Voor mij is de revolutionair-socialist Henk Sneevliet een ongemeen boeiende figuur. En dat zal ie blijven.
Hij werd in 1942 door de Duitsers doodgeschoten nadat hij sinds de inval, op verschillende adressen ondergedoken en vermomd met een baard, op de vlucht was geweest. Een uitnodiging om naar Amerika of Mexico te vluchten had hij afgeslagen. Hij wilde bij zijn kameraden zijn. Dat er oorlog zou komen, wist hij. Niet hoe het zou aflopen.
Sneevliet is, van 1933 tot 1937 kamerlid geweest en redacteur van marxistische bladen, maar vooral vakbondsbestuurder. Dat is het niet wat hem voor mij tot een intrigerende figuur maakt evenmin als zijn verhouding tot Trotski. Hij was de enige Nederlandse socialist die internationaal geschiedenis maakte. In nogal belangrijke landen én op cruciale momenten. In het vooroorlogse Indië was hij het die er een gemengde socialistische partij oprichtte en het vertrouwen won van de meest dappere en intelligente Indonesische revolutionairen. Na de Russische revolutie, waarmee hij zich solidariseerde, werd hij Indië uitgewezen. Daarna was hij een paar jaren, als afgezant van de Communistische Internationale, actief in China. Sommige China-specialisten zeggen dat hij aanwezig was bij de oprichting van de Chinese communistische partij. Toen Mao aan Edgar Snow zijn levensgeschiedenis vertelde, sprak hij ook over een zekere Ma-ling. Alleen kenners weten dat dit Sneevliet is. Want Sneevliet had toen de schuilnaam Maring en aangezien Chinezen de r niet kunnen uitspreken...
Henk Sneevliet
Raadslid in Zwolle in 1907 - per definitie (Zwolle!) niet zijn minst interessante periode - en daarna via Lenin naar Kanton en Shanghai. Terug in Nederland om met de hier achtergebleven communisten in conflict te raken. In de jaren twintig, na zijn Chinese periode, gold het woord: Sneevliet kwam, zag en de herrie begon. Een truttige benadering want Sneevliets grootheid als standvastig revolutionair, nooit tot compromissen bereid, blijft. Daarbij was hij niet een simpele vakbondsman maar goed ingevoerd in de marxistische klassieken. Er bestond bovendien een innige vriendschap met Henriëtte Roland Holst.
Er zijn nu drie biografieën over Henk Sneevliet geschreven, die me geen van alle kunnen bekoren. In feite is er maar een echte die qua omvang en intentie op die naam aanspraak mag maken. Die is geschreven door Max Perthus en in 1976 door de SUN uitgegeven. Het is het meest volledige boek over Sneevliet en behandelt ook zijn persoonlijk leven, de tragedies van zijn naar Rusland teruggekeerde derde vrouw Sima. Er moet daar nog een dochter van Sneevliet leven. Bij Perthus ook de ramp van de zelfmoord van zijn twee zoons Pim en Pam. Maar Perthus was een aanhanger en groot bewonderaar van Sneevliet geweest, een van de weinige overlevenden van Sneevliets groep na 1945 en te veel betrokken bij alles wat er was gebeurd. Te weinig afstand dus.
Dan de veel kortere politieke biografie van Fritjof Tichelman. Betrouwbaar en volledig voor zover het de standpunten van al de organisaties aangaat waar Sneevliet in werkte. Een boekje dus met veel afkortingen maar gortdroog, de levende Sneevliet ontbreekt erin.
Ten slotte schreef Sneevliets schoonzoon Sal Santen in 1971 Sneevliet, rebel (Arbeiderspers) waarin rake maar erg fragmentarische want autobiografische herinneringen aan, ja toch wel de enige vooroorlogse socialist met internationale allure.