Toffe wond
Hij voelt dat hij de juiste toon gevonden heeft, en begint zelfs te hopen dat hij als een ‘decent poet’ de oorlog zal overleven. Dat het welsprekende parlando van zijn gedichten hard aankwam in Engeland laat zich raden, maar het maakte hem wel populair in pacifistische kringen. Tijdens een ziekteverlof maakt hij kennis met Lady Ottoline Morrell, de legendarische gastvrouwe van ‘Bloomsbury’, en logeert op haar buiten Garsington Manor bij Oxford, waar hij ook later nog vaak zal verblijven. Zij is een overtuigd pacifiste en tracht zijn gevoelens van afkeer voor het oorlogsbedrijf naar haar ideologie om te buigen. Sassoon is hier niet ongevoelig voor, maar voortdurend geeft hij in zijn dagboeknotities blijk van een sterke ambivalentie. Afkeer, zeker, maar de kameraadschap van de soldaten en het intensief vertoeven in een mannenwereld - vrouwen stonden buiten zijn filosofie, zoals hij het uitdrukt - maken toch dat het front een greep op hem heeft waaraan hij zich maar moeilijk kan onttrekken.
Siegfried Sassoon
Zijn tweede verblijf in Frankrijk is trouwens van korte duur. Na twee maanden al, in april 1917, krijgt hij een schot door een schouder, een ‘toffe’ wond, want ongevaarlijk, maar toch ben je weer een tijd uit de actieve dienst, en hij is wederom terug in Engeland. Hij keert zich nu openlijk tegen een oorlog die naar zijn inzichten zinloos gerekt wordt door de politici en schrijft een open brief aan zijn commandant, een brief die voorgelezen zal worden in het Lagerhuis en gepubliceerd in The Times. Men is er niet erg gelukkig mee - ook een aantal vrienden vindt dat hij verkeerd handelt -, maar een gedecoreerde oorlogsheld breng je niet zo gemakkelijk voor de krijgsraad, en dus wordt Sassoon verwezen naar een hospitaal in Schotland waar hij kan herstellen van zijn mentale inzinking. ‘Shellshock’, luidt de diagnose. Om te tonen dat hij niet uit lafheid handelde, staat hij erop weer uitgezonden te worden. Dit keer wordt het Egypte en Palestina, met nog een kort verblijf aan het front in Frankrijk, waar hij per abuis door een van zijn eigen manschappen een schot door het hoofd krijgt. Ook weer ongevaarlijk, maar voor hem betekent het wel het definitieve einde van de oorlog.
Door zijn oorlogsgedichten heeft Sassoon een zekere vermaardheid gekregen binnen de literaire wereld. Hij maakt kennis met de mensen van de Bloomsbury-groep, maar, wat voor hem veel belangrijker is, hij ontvangt ook een uitnodiging om te komen logeren bij Thomas Hardy, op dat moment zo'n beetje de aartsvader van de Engelse letteren. Hoezeer hij Hardy bewondert, blijkt al uit zijn oorlogsdagboek, waarin men kan lezen hoe hij zich in de loopgraven, tussen de gevechtshandelingen door, vol overgave stort op de grote romans als Tess of the d'Urbervilles en The return of the native. Kortom, de literaire draai die zijn leven door de oorlog gekregen heeft, blijft ook daarna bestaan. Zijn houding in de oorlog brengt hem bovendien tot een ook door hem zelf niet helemaal serieus genomen flirt met de linkse politiek, maar het levert hem wel het literaire redacteurschap op van het socialistische dagblad de Daily Herald, en daarmee een blijvende binding met de literatuur.
In latere jaren houdt Sassoon zich vooral bezig met het te boek stellen van zijn herinneringen. In fictieve zin gebeurt dit in de drie delen memoires van George Sherston, maar parallel hieraan loopt een echte autobiografie, met als bekendste deel Siegfried's journey, waarin de oorlogsjaren en de periode onmiddellijk daarna ter sprake komen. Opvallend hierbij is, dat hij in het laatste boek voor de oorlogstaferelen verwijst naar George Sherston, wat al aangeeft dat de scheiding tussen fictie en werkelijkheid heel subtiel is.