As Patricia and Fjodor do it
Een ego-document van een thrillerschrijfster
Plotting and Writing Suspense Fiction door Patricia Highsmith Uitgever: Poplar Press, London 145 p., f25,25
R. Ferdinandusse
Voor de onervaren jonge schrijver en voor iedereen die rondloopt met de gedachte een mooie misdaadroman te schrijven is er nu een handleiding van niemand minder dan Patricia Highsmith. Het boekje heet: Plotting and Writing Suspense Fiction. Dat is al een onhandig begrip in onze taal. Suspense is spanning, en elk verhaal met een begin, midden en eind heeft spanning. Patricia Highsmith bedoelt het uiteraard in de zin van de Angelsaksische uitgeverswereld: verhalen met dreiging van gevaar en gewelddadige actie en met het gevaar en de gewelddadige actie zelf. Een tweede eis die aan suspense fiction wordt gesteld is dat het verhaal leesbaar en onderhoudend is, en bovendien oppervlakkig, in de zin dat filosofische inzichten en lange uitweidingen zonder actie er niet in thuishoren. Maar, zegt Patricia Highsmith, het mooie van het suspense-genre is dat je er best diepe gedachten en gedeelten zonder fysieke actie in kwijt kunt, als je het maar goed doet, want de structuur van zo'n verhaal is levendig en ijzersterk. Schuld en boete is daar een prachtig voorbeeld van. De meeste van Dostojevski's boeken zouden, aldus Highsmith, als ze vandaag de dag geschreven zouden worden, door zijn uitgever als suspense-fiction op de markt gebracht worden. Al zou hem, vanwege de hoge druk- en papierkosten, wel gevraagd worden flink te schrappen.
Zoals men ze zelden ziet: architecten. De foto werd gemaakt in 1931 en stelt de architecten voor in de gedaante van het gebouw dat ze ontworpen hebben in New York. Ze waren onderdeel van het ballet ‘The Skyline of New York, opgevoerd tijdens het Beaux Arts Ball in het Astor Hotel. In het midden staat William Van Alen, ontwerper van het Chrysler Building. De foto komt uit de zojuist verschenen paperback-editie-groot-formaat van ‘The Skyscraper’, Paul Goldbergers geschiedenis van de wolkenkrabbers in Amerika. (Uitgegeven door Alfred A. Knopf, 180 p., f41,50, importeur Van Ditmar)
Dat is een interessante opvatting. Patricia Highsmith ontvouwt haar op pagina drie, en maakt daarmee duidelijk dat de titel van het boekje eigenlijk zou moeten luiden: Plotting and Writing Suspense Fiction as Patricia Highsmith and Fjodor M. Dostojewski Do It.
Een boek of een verhaal begint met een idee. De ideeën van Highsmith zijn anders dan van de meeste misdaadauteurs. Ze schrijft geen boeken waarin de wetsdienaren moeten winnen, ze houdt niet van de gewone thrillerhelden die weliswaar de goede zaak doen zegevieren, maar ondertussen tamelijk rauw met mensen omgaan en hun spanning op vrouwen mogen afreageren. Het spannende voor haar zit in de geest van degeen die criminele dingen doet of bedenkt. (Meestal zijn dat mannen, in de hij-vorm beschreven. Vrouwen durven niet zoveel als mannen, en zijn ook niet zo actief. Dat is misschien niet waar, zegt ze erbij, maar zo voelt ze het.) Zo ontstond het boek A Suspension of Mercy omdat ze geïntrigeerd raakte door de vraag of een opgerold tapijt een goed vervoermiddel voor een lijk was. Ze ging ervan uit dat het ongetwijfeld al eens gedaan zou zijn, maar dat er toch een manier moest zijn om van dat gegeven een leuk verhaal te maken.
Veel van die ideeën komen uit haar eigen gevoelswereld: ‘Ik begrijp mensen die lawaai maken niet; en daarom ben ik bang voor dat soort mensen, en omdat ik bang voor ze ben haat ik ze.’ Die angst maakte ze mee toen opgeschoten jongens na een verhuizing haar nog lege huis binnendrongen en er met veel lawaai rondliepen. Maanden later bedacht ze een man, een architect, die eenzelfde haat opvat tegen een groep voetballende jongens op het plein onder zijn raam, en zijn haat groeit zo dat hij op een keer, ongezien, een baksteen over de rand van het dak op het hoofd van zo'n jongen laat vallen. (Omgekeerd gaan de jongens niet naar de politie, zij nemen in een soort guerrilla-acties wraak op de architect.) Het uitgangspunt van zo'n verhaal, zowel voor schrijver als lezer, is dat iemand zich in kan leven in de gevoelswereld van een lawaaihater. Dat valt niet mee in een wereld waarin stilte al bijna verdoemd is en de mens als een zombie door de decibellen stapt met zijn eigen koptelefoon vol muziek op. En valt in een stad waarin 's nachts ongehinderd cafés van hun terrasstoelen beroofd worden of waar in bestelwagens fietsen van de straat worden gehaald die eenzame man nog op die met zijn lijk in een tapijt op de schouder over de gracht wandelt? Al dat soort argumenten voor en tegen haar boeken gaan even hard op voor de handleiding van Patricia Highsmith.