Hitchhiker Sandwich
Een Amerikaanse versie van Broodje Aap
The Vanishing Hitchhiker Urban Legends and their Meanings door Jan Harold Brunvand Uitgever: Picador, 156 p., f11,85 Importeur: Van Ditmar
Lodewijk Brunt
Worden rioleringen van grote steden bevolkt door krokodillenkolonies? Deze overtuiging leidt een hardnekkig bestaan. Ik geloof dat ik er een jaar of twintig geleden voor het eerst van hoorde. Het ging over New York en de verklaring klonk me plausibel in de oren. Het zou in bepaalde kringen chique zijn om een krokodil als huisdier te houden. Maar de lol ging er spoedig af, vooral toen de beestjes wat groter werden en begonnen te leren om hun kaken met kracht te sluiten om de vingers of tenen van hun baasjes. Dé manier om van deze exotische knuffeldieren af te komen was eenvoudig: doorspoelen in de wc. Er zouden ondergronds zelfs nieuwe soorten zijn ontstaan als gevolg van deze praktijken, zoals de ‘witte rioolkrokodil’.
De laatste keer dat ik over dit verschijnsel hoorde praten is slechts een paar dagen geleden en in de tussentijd heb ik het ‘krokodillen in het riool-verhaal’ misschien wel tien of twintig keer vernomen. Soms in originele versies. Zo was er een jaar of wat geleden sprake van een krokodillenvestiging in de Maas. Als ik me niet vergis werd dit bericht zelfs door kranten verspreid. Er doen veel meer van dat soort verhalen de ronde. Over wat er allemaal in colaflessen zou zijn aan te treffen bij voorbeeld: van dode muizen tot gebruikte condooms; over een bedrijf als MacDonalds, waar hamburgers geserveerd zouden worden die krioelen van de maden; over Chinese restaurants waar honde-, katte- en zelfs rattevlees in de loempia's verwerkt zou worden; maar ook over dodelijke spinnen die met grote regelmaat per bananenboot in Nederlandse havens zouden worden aangevoerd.
Zoals bekend heeft Ethel Portnoy hiervan een omvangrijke verzameling bijeengebracht in Broodje Aap. Ze heeft daarbij de verhalen tot hun essentie teruggebracht, zonder de uitweidingen en details waarmee ze gewoonlijk worden verteld. Want als je mensen erover hoort, valt juist de grote overtuigingskracht op. Iemand heeft de gebeurtenis zojuist vernomen van een ooggetuige of een andere, hoogst betrouwbare bron. De vermeende authenticiteit schuilt in tal van toevoegingen, die bijna niet verzonnen kunnen zijn. Toch is het kenmerkend dat niemand blijkbaar ooit de moeite neemt een en ander te controleren. Het gaat om verhalen die niet alleen ‘waar’ zijn, maar ook nog goed klinken. Bij gelegenheid geef je ze door aan een ander.
Ethel Portnoy verzamelt ze uit liefhebberij, maar er bestaan ook mensen die zich er beroepsmatig mee bezighouden. Jan Harold Brunvand is zo iemand, hoogleraar in de Amerikaanse folklore aan de Universiteit van Utah. Zijn The Vanishing Hitchhiker kan worden beschouwd als de wetenschappelijke versie van een Broodje Aap. Dat betekent vooral, dat de door Brunvand opgetekende ‘stedelijke legenden’ zijn weergegeven zoals ze ooit werden verteld, met alle gedetailleerde uitwerkingen van dien en dat wat bij Portnoy in de voetnoten staat in The Vanishing Hitchhiker een centrale plaats krijgt. Het uitgangspunt van beide verzamelaars is vrijwel identiek. Net als Portnoy is Brunvand van mening, dat deze moderne legenden een belangrijke functie vervullen, ook al leven we in een tijdperk van massacommunicatie, wijdverbreide geletterdheid en verre reizen. In legenden worden de angsten, zorgen en verwachtingen uitgedrukt waarmee de mensheid gepreoccupeerd is. Ze handelen - anders dan sprookjes - over geloofwaardige gebeurtenissen en situaties en - anders dan mythen - over gewone mensen en dingen. Het verhaal zou écht gebeurd zijn, op een bepaalde plaats en tijd.
Deze tekening van Simon Bond is afkomstig uit zijn boek ‘Odd Visions and Bizarre Sights’, uitgegeven door Methuen. Bond tekende jarenlang bijna uitsluitend katten (‘A Hundred and One Uses of a Dead Cat’), dit is zijn tweede no more cats-book. (f 14,25, geïmporteerd door Van Ditmar)
Anders dan Portnoy is Brunvand niet alleen geïnteresseerd in het ‘skelet’ van de legende, maar juist in de aankleding. Het gaat hem om de manier waarop dezelfde verhalen steeds weer opduiken, aangepast aan nieuwe tijden en omstandigheden, aangevuld met nieuwe details. Het is hem om de variatie te doen. Sommige legenden berusten op elementen die eeuwenoud zijn. Het titelverhaal van Brunvands boek, de legende van de verdwenen lifter, is daar een voorbeeld van. In de hedendaagse versies gaat het om een automobilist die onderweg iemand oppikt en hem, op verzoek, naar een bepaald adres brengt. Daar aangekomen is de passagier plotseling verdwenen. Navraag leert dat het zou gaan om iemand die al jaren dood is. De overbekende gedachte van de ‘zwervende geest’ ligt hieraan ten grondslag.