ders dan in de vorm van een recept weergegeven worden omdat de vrouwelijke vertelster van de roman, Rachel Samstat, zelf een schrijfster van kookboeken is en in alle ellende waar ze zich in bevindt, het telkens toch nog klaarspeelt om de lezers de recepten mee te geven die ze op de verschillende rampzalige dagen tijdens het opbreken van haar huwelijk, gekookt heeft.
De allerlaatste pagina van het boek bevat het recept van Rachel Samstats wereldberoemde vinaigrette - die niet verschilt van mijn eigen vinaigrette - waarvan ze de samenstelling altijd vóór zich gehouden had omdat ze dacht dat ze met deze bijzondere vinaigrette haar man Mark definitief aan zich verbonden had.
Ze geeft haar geheim prijs, omdat ze tot het inzicht gekomen is dat het niet baat voor trouw om goed te kunnen koken en er goed over te kunnen schrijven: ‘I loved to cook, so I cooked. And then the cookig became a way of saying I love you. I was so busy perfecting the peach pie that I wasn't paying attention. Every so often I would look at my women friends who were happily married and didn't cook, and I would always find myself wondering how they did it. Would anyone love me if I couldn't cook? I always thought cooking was part of the package: Step right up, it's Rachel Samstat, she's bright, she's funny, and she can cook!’
Hier rijst voor mij een klein probleem. Laten we even aannemen dat Nora Ephron echt geschreven heeft wat er op het boek staat: een roman, en dat Rachel Samstat een roman-personage is. In dat geval vind ik het - hoe zeg ik het vriendelijk? - een constructiefout van de schrijfster om Rachel haar verhaal in de ik-persoon te laten kruiden met allerhande recepten. Immers, iemand die vertelt van de schipbreuk van haar huwelijk, die tot het inzicht is gekomen dat het aan haar kookwoede heeft gelegen, zo iemand zou toch in haar relaas eruit laten waardoor het allemaal mis is gegaan: die ellendige recepten!
Ik bedoel, ze kan wel zeggen dat het door die ellendige recepten kwam, maar als ze dan ook nog met geweldig aplomb die recepten voor de lezers opschrijft, dan denk ik: die zégt wel dat ze tot inzicht is gekomen, maar die ís niet tot inzicht gekomen, die heeft niets geleerd en bij een eventueel volgend huwelijk zal ze weer aan het koken slaan en - laten we haar geloven dat het aan het koken heeft gelegen - dan gaat dat volgend huwelijk ook weer mis.
Ikzelf heb de recepten in de roman overgeslagen, ze belemmerden me teveel in de gang van het verhaal. Mijn enige probleem nu is waar ik Heartburn in de boekenkast moet bergen: bij de romans of bij de kookboeken.
Maar er speelt nog iets anders: New Yorkse kranten (waar het boek hoog op de bestsellerslijsten prijkt) wisten te melden dat het boek eigenlijk ging over het gestrande huwelijk tussen Carl Bernstein en Nora Ephron zelf. Voordat Nora Ephron zich aan het schrijven van een roman zette, publiceerde ze twee bundels columns: Crazy Salad, over voedsel, en Scribble Scribble over de media. (In die laatste bundel staat nog te lezen: For Carl. Wat is de wereld toch treurig). Over die twee bundels roep ik: ‘Step right up, it's Nora Ephron, she's bright, she's funny, and she can write! Ik ben een beetje bang dat Nora Ephron precies dat wil zeggen in haar vermomming van Rachel Samstat.
Is het dan niet waar soms? Heeft ze níet een heldere, scherpe geest? Is ze niet geestig? Of wou ik beweren dat ze níet kan schrijven.’ Nee, dat is verre van mij, al die dingen zijn zeer zeer waar, heus waar.
Maar deze Amerikaanse versie van Niets te verliezen en toch bang is zo scherp en geestig over iets wat zo verdrietig is. Nergens is Nora Ephron echt bang en eenzaam, of zeer teneergeslagen of woedend. En mocht er iets van weemoed dreigen door te schemeren als Rachel Samstat zich herinnert hoe het vroeger ging tussen haar en haar man, dan, snel snel, drukt ze de melancholie de kop in met een volgende, werkelijk bijzonder geestige kwinkslag. Dan heb ik liever Renate Rubinstein die in Niets te verliezen een frivool stukje afsluit met het zinnetje ‘Ik ben treurig’. Want zo is het tenslotte in een dergelijke situatie.
Maar misschien mag je dat helemaal niet laten merken in Amerika, en zeker niet in New York, waar de wereld zo snel heet te draaien dat de mensen er op rolschaatsen gaan, in plaats van gewoon op voeten, om die wereld bij te houden. En ik herinner nog even aan die uitspraak van een andere witty New Yorkse dame, Fran Lebowitz: ‘Believe you me, in this business unless you have a sense of humor you're dead.’ Dát is treurig.
■