Het wel en wee van een onderzoek
Charles Vergeer en de biografie van Van Schendel
Arthur van Schendel door Charles Vergeer Uitgever: Bzztôh, f35,-
Jan Fontijn
Charles Vergeer begint zijn boek over Arthur van Schendel met de mededeling dat de biografie van Van Schendel nog niet geschreven is; zijn boek is slechts een voorbereidende studie daarvoor. Vergeer signaleert een aantal problemen, waarmee een biograaf van Van Schendel te maken krijgt. Gebrek aan biografische documenten is daar een van.
Hij is niet de eerste die dat constateert. Al in 1949 moest de oude 's-Gravesande in zijn boek over de schrijver vaststellen: ‘Van geen Nederlandschen schrijver van onzen tijd zijn zo weinig levensbijzonderheden bekend als van Arthur van Schendel. Hij heeft nooit een interview toegestaan en zuiver autobiografisch in zijn werk is hij, bij mijn weten, slechts tweemaal geweest. De eerste maal verhuld in de novelle Fratilamur, de tweede openlijk in de schets De Grammar School. Wij moeten hem uit zijn werk leren kennen, vond hij.’ Dat laatste is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Natuurlijk kan het werk ons op het spoor zetten van een aantal obsessies van de schrijver, misschien wel de kernen van zijn leven, maar het blijven speculaties en hypothesen, zolang we niet over voldoende biografische documenten beschikken. Van Schendel heeft dat aan den lijve kunnen ervaren, toen hij zijn boekje over Shakespeare schreef. Vergeer stond voor een moeilijke taak. Om de jeugd van de schrijver in beeld te brengen, moest hij het autobiografische verhaal Fratilamur nauwkeurig analyseren. Het moet voor hem een kwelling zijn geweest dat hij de Jeugdherinneringen, door Van Schendel op verzoek van zijn kinderen geschreven, maar nimmer gepubliceerd, slechts terloops van de familieleden mocht raadplegen. En dat bij een auteur bij wie de jeugdjaren zo belangwekkend waren!
Wie het werk van Van Schendel kent, zal weten dat het levenslot van vele van zijn romanpersonages door ervaringen in de vroege jeugd bepaald wordt. Wat die ervaringen precies zijn, is meestal niet duidelijk en geheim. Er is in die jeugd iets gebeurd dat heel het leven wordt meegedragen, ten slotte te zwaar wordt en waaronder men bezwijkt.
Van Schendels jeugd moet traumatisch zijn geweest: dood van directe familieleden, armoede, het ontbreken van een veilig thuis enzovoort. Vergeer doet zijn best om daarover zoveel mogelijk te weten komen en lijnen te trekken tussen leven en werk en omgekeerd.