Felix Thijssen
Even goede berichten over het derde Charlie Mann-boek van Felix Thijssen. Van het groepje gangsters waarmee de schrijver in het boek Wildschut begon, houdt hij er telkens genoeg in leven om weer een mooi vervolg te bedenken. Dit derde boek, Ratteval, gaat over een transactie met gestolen aandelen. Charlie Mann verdient daar als tussenpersoon een paar miljoen aan, maar het levert hem de vijandschap op van Massenet, een buitengewone oplichter waar de Amsterdamse politie, vóór de stiptheidsactie, al tien jaar op loerde. Massenet zet al zijn hulptroepen - en hij heeft gangsters bij de vleet - in om Charlie Mann klein te krijgen. Charlie's vriendin - ook nog bekend uit Wildschut - wordt in die strijd, doodgemarteld, het slachtoffer.
Het verhaal is vakkundig gemaakt en spannend. Thijssen schrijft tamelijk vlak en clichématig. Treinen rommelen altijd stations binnen. Massenet is ‘lelijk, te dik, zwaar behaard, week en kwabberig, had spillebenen en een wrede mond’. Ook de scènes zijn vrijwel altijd ontleend aan het gangbare flimcliché, met als vreemd hoogtepunt een verlaten parkeerplaats langs de grote weg bij Hoevelaken waar Charlie bij een verlaten telefooncel wacht tot om negen uur precies de telefoon zal gaan rinkelen.
Veel geweld, veel bloed en als een lijk zuchtend in de badkuip glijdt, noteert de schrijver ironisch: ‘De badkuipen begonnen zich te vullen met lijken.’
Wat dat betreft zit je overal ter wereld goed, of het nu Moskou, Miami of Medenblik is.
■