Eric Ambler
Eric Amblers laatste The Care of Time heet bij Bruna In de wurggreep van de tijd. Niet zijn sterkste boek, maar een schitterend voorbeeld van wat een grootmeester uit het genre, op geen enkele wijze aangetast door het Ludlum-virus, kan doen met een wereldwijd complot. Niet geheel zuivere ghostwriter, gecharterd door een louche lobbyist wordt geconfronteerd met Arabische vorst die officieus met onze westerse machten in onderhandeling is over het verkrijgen van zenuwgas. Ambler, in zijn beste werk altijd profeet, laat zijn lezers heel fijntjes weten dat het échte tijdperk van het terrorisme nog moet beginnen.
Ruth Rendells laatste, The Master of the Moor, heet in de serie Prisma Detectives De heidelijken. Een trieste titel die ik eerst twee keer verkeerd las. Een psychologische triller, zich afspelend op een verlaten en gewantrouwde heide met gesloten mijnen en Keltische grafstenen. Stug volk met zwijgende mannen en doffe vrouwen. Alleen wie zich stevig in het hoofd prent dat het Rendell is, zet door en wordt beloond met een paar verrassende wendingen in de plot. Prisma heeft helaas het kaartje met de dorpen en de grafstenen en de wagen weggelaten, want bij het lezen van het Engelse origineel heb ik daar vaak op gekeken. Niet voor Rendell-beginners. Iets te gemakkelijke vertaling, en een maf omslag. Wim Kleine is een ex-uitvinder. Althans dat staat achter op een Zwart Beertje. Vanuit een ‘rijkdom aan levenservaring’ schreef hij een politieroman die onder de titel De baron in alle pocketmolens staat. Op de omslag een hand die een briefje met het woord ‘help’ onder een deur doorduwt. Want ergens in een landhuis sterft iemand in een hermetisch afgesloten ruimte. Uitgedroogd wordt hij gevonden. ‘Godbewaarme,’ zei de Haan. Hij stond dan ook als aan de grond genageld. Een ingewikkelde puzzel-detective, met de klomp geschreven. ‘Henk,’ zei hij, ‘je spreekt met adjudant De Haan in Weesp. We komen morgenochtend naar je toe. Zorg dat je thuis bent en de koffie bruin is.’ Dat is dezelfde De Haan die tegen een foto van een knappe griet zegt: ‘Ik zou met jou wel eens een babbeltje willen maken. Jij hebt net een gezicht waar een paar pumps bij horen...’
Er zijn dingen in de uitgeverswereld waar het verstand bij stilstaat. In de laatste zes jaar heeft uitgeverij Sijthoff de hele serie boeken van P.D. James uitgebracht. Met op het omslag: ‘Agatha Christie's kroonprinses’. Dat is geen succes geworden, hoe aardig sommige van die boeken ook waren. Sijthoff heeft er een punt achter gezet en een flink deel van de voorraad is tegen verlaagde prijs de markt opgegaan. Vrijwel onmiddellijk heeft Elsevier de schrijfster overgenomen. En nu komen die Sijthoff-boeken, in dezelfde vertaling, fotografisch opnieuw gereproduceerd weer op de markt. Net als bij Sijthoff heet P.D. James' debuut weer Geen prijs te hoog, vertaling van Cover her face, uit 1962.
Een boek met een Christie-achtige opzet, maar mét de poging om alle karakters zo mooi mogelijk te ontwikkelen, en dus ook vol beginnersfouten. Ironiserwijs verscheen in Engeland tegelijkertijd The Skull Beneath the Skin, P.D. James' negende boek en ook weer helemaal Agatha Christie. Het is het tweede boek met in de hoofdrol de vrouwelijke detective Cordelia Gray. Cordelia komt terecht op een eiland, waar eigenlijk niemand af kan, en waar amateurs een toneelstuk opvoeren en een beroemde actrice vermoord wordt. Christie zou het in tweehonderd pagina's hebben gedaan maar James heeft er het dubbele voor nodig. En weer omdat alle karakters hun voorgeschiedenis, hun betrokkenheid, hun Shakespeare-citaten kwijt moeten. Het leest als de zwanezang van de puzzeldetective, standvastig is gebleven hun hert in tegenspoed.
Wie niet kan wachten op de nieuwe Mary Higgins Clark, kan vast zijn best doen om de Amerikaanse hardcover te kopen. A Cry in the Night heet het produkt. Jenny MacPartland doet het domste wat ze kan doen. Ze trouwt met een bekende schilder die ergens in het noorden op een afgelegen boerderij woont. Hij schildert in een blokhut waar niemand mag komen. Voor ze daar goed en wel woont, gaat het helemaal mis. ‘A woman's coat was found on the seat next to the body.’ En 's nachts zien mensen haar in vreemde auto's stappen, terwijl ze toch angstvallig binnenblijft. Na het sterke The Cradle will fall, dat bij uitgeverij Veen verscheen als Moord om middernacht, in een beroerde vertaling, is A Cry in the Night een beetje een terugval in de bekende Amerikaanse griezel-gotiek. Maar het is een vak dat de schrijfster beheerst en de lezer kan bij ongeloof alleen maar afhaken. Tot slot nog een erg mooi boek uit Amerika. Auteur is John Katzenbach. Verslaggever van the Miami Herald, en zoon van één van de Amerikaanse ministers van justitie in de dagen van Nixon. In the Heat of the Summer gaat over een journalist die een telefoontje krijgt van een moordenaar. Hij heeft een meisje gedood en wil uitleggen waarom. Ook zijn volgende moorden verklaart hij aan de verslaggever, die zijn status ziet rijzen. Hij wordt de schakel tussen pers en politie en de man die zijn Vietnam-verleden met moorden wil uitwissen, en ze ook per telefoon aankondigt. Een bij wijlen fascinerend verhaal. In de loop van het jaar zal het boek in vertaling bij Veen verschijnen, maar voor wie niet wil wachten - nu er zo weinig aan de markt is, begrijpelijk - vast deze aanbeveling.
■