Verval
De hoofdpersoon uit de Recherche verzamelt in de loop van het verhaal een aantal van deze toevallige herinneringen (souvenirs involontaires), die in Le temps retrouvé culmineren tot een explosie van vergetelheid. De muziek van zijn geliefde componist Vinteuil zet hem op het spoor van de ontknoping. Alleen de kunstenaar is bij machte om de verloren tijd te herscheppen, door middel van zijn kunst.
Naast Contre Sainte-Beuve, werkte Proust in de jaren 1907-1909 aan een roman, die hij zijn vrienden als ‘onkuis’ omschreef. De hoofdpersoon uit dit boek keert na lange afwezigheid terug naar Parijs, waar hij een soiréé bezoekt. De gasten zien eruit alsof zij maskers dragen, totdat hij onder de schmink, het poeder en de pruiken, de vrienden van vroeger herkent. Soms neemt de afgrond van het verleden duizelingwekkende vormen aan. ‘U dacht zeker dat ik mijn moeder was,’ grapt een dikke dame, die inmiddels al veel ouder is dan de vrouw die de verteller in zijn jeugd aanbad. Proust heeft de oorspronkelijke versie van deze gemaskerd balscène nogal ingrijpend gewijzigd. De vergelijking met een betoverd kasteel verdween en maakte plaats voor een veel prozaïscher beschrijving, waarbij de adelijke Guermantes-familie een groot, modern appartement bewoont.
In Le temps retrouvé beperkt het thema van het verval zich niet alleen tot het uiterlijk van de personages. Ook de karakters, ja zelfs de hele maatschappij heeft tijdens Marcels afwezigheid een ingrijpende face-lift ondergaan. De sjiek van vroeger is verdwenen. Charles Swann, de ongekroonde koning van de Parijse high society, leeft nog slechts voort in de vulpen van die naam. In plaats van markiezinnen zijn het nu de ‘Américaines’ die in de salons de scepter zwaaien. De oude adel steunt zwaar op het buitenlandse kapitaal. In dit ontluisterende milieu doet nog een ander, eigentijds fenomeen zijn intrede. De salons raken overspoeld met onttroonde vorsten en ‘groothertoginnen in lompen’, die aan de Revolutie zijn ontsnapt.
Het thema van de maskerade (niet zijn wie je lijkt) komt ook tot uitdrukking in de homoseksualiteit. De lesbische liefde en de homoerotiek vormen een tweede, verborgen samenleving, die de maatschappelijke grenzen doorbreekt en die alleen in een steelse blik of een vluchtig gebaar tot uitdrukking komt. Niet alle personages respecteren deze code. De oude baron Charlus, die in vroeger jaren zijn passie voor blonde soldaten in het diepste geheim beleed, gaat nu openlijk achter de tuinjongens aan, tot ergernis van zijn secretaris, de ex-bordeelhouder Jupien. Het is een komisch voorval, dat tegelijkertijd een bittere smaak nalaat. Het feit dat de trotse baron zich niet langer voor zijn ‘vice’, zijn zonde schaamt, stempelt hem, meer dan zijn lichamelijke gebreken, tot een karikatuur van zichzelf.
Omstreeks 1905 kreeg Proust het geniale idee om zijn kunsttheorie en de scène van het gemaskerd bal om te smeden tot één geheel. In de versie van 1910-1911 (die niet zo erg veel van de definitieve versie van Le temps retrouvé verschilt), dragen de beide delen nog verschillende titels: l'Adoration perpétuelle en Le bal de têtes. In 1913 verschijnt Du côté de chez Swann, het eerste deel van de Recherche. Het boek stuit bij de lezers op nogal wat onbegrip en Proust besluit om de publikatie van het volgende en laatste deel voorlopig uit te stellen. Het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog doorkruist zijn plannen definitief. In plaats van te publiceren, gaat hij door met schrijven. De geschiedenis van Swann groeit uit tot een fresco van de vooroorlogse periode, waarin niet alleen het salonleven, maar ook de Dreyfus-affaire uitvoerig aan de orde komt. Van Le temps retrouvé, het laatste deel van de Recherche, bestaan drie versies. Het eerste manuscript dateert van 1909 en beperkt zich tot een beschrijving van ‘het gemaskerd bal’. In 1910-1911 schreef Proust een nieuwe versie, die al heel veel lijkt op de definitieve, die in de periode 1913-1916 ontstond. Tijdens het schrijven en daarna voegde hij aan het manuscript een massa noten en varianten toe. Dit materiaal is door Henri Bonnet aan een nauwkeurig onderzoek onderworpen. Als een literaire geoloog laat hij zien, hoe de wereld van de Recherche uit een aantal oudere en jongere lagen bestaat. De noten geven een goed inzicht in Prousts manier van werken, en werpen ook een nieuw licht op het Albertine-mysterie, dat fervente Proustianen nog altijd bezighoudt.
In de roman is Albertine de minnares die de verteller een tijdlang in zijn huis gevangen houdt, totdat zij op een zeker ogenblik de benen neemt en niet lang daarna verongelukt. Deze episode vertoont een duidelijke parallel met de geschiedenis van Albert Agostinelli. Deze gewezen chauffeur trad enige tijd als Prousts particulier secretaris op. Op kosten van zijn werkgever haalde hij zijn vliegbrevet en stortte niet lang daarna met zijn vliegtuig in zee. Het is niet moeilijk om van de Albertine uit het boek een ‘Albert’ te maken, te meer daar samenwonen voor jongedames uit de ho-
Vervolg op pagina 11