Montags wraakoefeningen
‘Avontuur? Dat is de wereld van een andere kant bekijken’
Het gevoel van Columbus en andere overpeinzingen door S. Montag Uitgever: De Bezige Bij, 168 p., f27,50
Carel Peeters
In een stukje over de plaats van de deur in het leven van mensen beschrijft S. Montag hoe hij met enkele anderen vanuit een huis op een gracht de bewegingen gadeslaat van een man die zojuist zijn grote Amerikaanse auto heeft geparkeerd. Arme man: ‘een kaal hoofd, een jas met een bontkraag, een ei in een nest, het geheel op twee benen, dus geen alledaags gezicht.’ De toeschouwers zijn duidelijk geen supporters en zitten elkaar een beetje op te voeren met hun verlekkerde bespiegelingen over verschijnselen als ‘de eigenaarstred’. Wat hier onderling plaatsheeft is de schrijver goed bekend want hij schrijft het zelf: ‘Vaak is het een genoegen elkaar de bekende weg te wijzen.’
Verwante zielen die elkaar op de hier beschreven manier van dienst zijn bestaan er ook in de literatuur. De ene schrijver heeft vrij toegang tot een andere schrijver, die hoeft niet te kloppen, kan zo doorlopen. Voor de Italiaanse schrijver Curzio Malaparte gaat bij Montag de deur als vanzelf open, bijna op de moderne elektronische manier: hij hoeft maar in de buurt te zijn of daar wijken de panelen. Een koninklijke binnenkomst. Henry James of Thomas de Quincy hoeven bij Frans Kellendonk geen belet te vragen, Jacob Israël de Haan niet bij Gerrit Komrij. Altijd welkome gasten, nooit ongelegen. Deze schrijvers zitten, om een andere uitdrukking van Montag in een ander verband te gebruiken, elkaar ‘een beetje lekker te maken’.
Hoewel Montag er bij mijn weten nog nooit een beschouwing aan gewijd heeft, denk ik dat Willem Elsschot bij hem ook vrij toegang heeft. Ik kan niets bewijzen en moet het dus geheel hebben van míjn adstruerende vermogen, maar de gedachte wil niet van wijken weten door een aantal stukjes in Het gevoel van Columbus, in het bijzonder de afleveringen ‘Illusie’, ‘Stoer’ en ‘De klap’. De bedenker van het Algemeen Wereldtijdschrift in Elsschots' Lijmen bezit een geestesgesteldheid die ik daarin terugvind, op een afgeleide manier.
Het Algemeen Wereldtijdschrift van Boorman is een produkt van list, illusionisme, daadkracht en openhartige doortraptheid, en dit alles op basis van vulkanisme, een toestand waarin een leven elk moment door de mand kan vallen. Het tijdschrift is een kras voorbeeld van hoe men van niets iets maakt, zonder verdiensten, toch in de hemel. Het is de incarnatie van het leven zelf voor melancholici die weten dat er eigenlijk niets is dat het leven rechtvaardigt, maar zich daar niet bij hebben neergelegd. Ze hebben als gevolg daarvan een scherp oog ontwikkeld voor manifestaties waarmee wordt getoond dat iemand het leven te vlug af is. Ook voor het falen daarin.