Carrièremaker
In zijn meest recente roman, Brief an Lord Liszt, gaat het om een vroegtijdig in zijn carrière gestuite man, Franz Horn, die steun en troost zoekt bij Dr. Liszt, de man die hém, Horn, aanvankelijk uit zijn positie verdrongen had, maar die nu op zijn beurt door een jonge carrièremaker verdrongen is en dus als lotgenoot van Horn beschouwd mag worden. Maar Liszt weigert dat te erkennen. Als hij op de pseudo-aanhankelijkheidsbetuigingen van Horn zou ingaan, zou hij toegeven dát hij een lotgenoot was, en niet iemand die nog steeds boven Horn stond. Voor de gedeklasseerde en gekleineerde Horn is een teken van ‘solidariteit’ van de kant van Liszt een vorm van genoegdoening, voor Liszt impliceert het ingaan op de avances van Horn het toegeven van zijn echec. Zodoende blijven Horn en Liszt nog in beider sociale neergang elkaars concurrenten die ze ook in betere tijden al waren.
Deze geschiedenis van schijnkameraadschap, die er in feite een is van de venijnigste concurrentie, sluit aan op een eerdere roman van Walser, Jenseits der Liebe uit 1976. Ofschoon de Brief zonder problemen als op zich zelf staande roman kan worden gelezen, is het toch wel handig iets van de voorgeschiedenis van de hoofdfiguren uit dit boek te weten en dus eerst Jenseits der Liebe te lezen. (Misschien kan uitgeverij Elsevier daar rekening mee houden voor het geval ze van plan is om na Ein fliehendes Pferd (1978), Seelenarbeit (1979) en Das Schwanenhaus (1980) ook het nieuwste boek van Walser te laten vertalen.)
In Jenseits der Liebe wordt de neergang van Horn uit de doeken gedaan. Het boek speelt vijf jaar nadat hij zijn vrouw en kinderen heeft verlaten; als gevolg van de op hen afgereageerde spanningen en frustraties was de situatie thuis onhoudbaar geworden. Horn wordt door zijn baas Thiele op zakenreis naar Engeland gestuurd, faalt in zijn opdracht en probeert thuisgekomen een eind aan zijn leven te maken. Uitgerekend Thiele, de man voor wie Horn steeds onmiddellijk in het stof was gekropen, de man van wie hij met al zijn zakelijke hartstocht had proberen te houden maar die nu toch een ander prefereert (in zijn hotelkamer in Coventry voelt Horn zich als een in de steek gelaten geliefde omdat Thiele zijn charmes nu in de eerste plaats voor Liszt etaleert), uitgerekend deze Thiele moet hem op het nippertje van de dood redden - en hem nóg afhankelijker van hem maken. In de Brief an Lord Liszt komt die zelfmoordpoging dan ook alleen in draaglijke vermomming voor. Horn noemt het ‘diese Dummheit mit den Tabletten’, als gold het een incidentele vergissing. Inmiddels zijn er vier jaar verstreken sinds hij die ‘Dummheit’ beging, zijn toekomst-perspectieven zijn er echter niet beter op geworden. Want Thiele speelt met de gedachte zijn zaak, Chemnitzer Zähne, gedeeltelijk te fuseren met Bayer, om op die manier van alle oudgedienden, inclusief Horn en Liszt, af te komen. Het beruchte efficiencybureau van McKinsey bereidt de fusie al een tijdje voor. Na het nodige pas- en meetwerk ziet het er naar uit dat veertig procent van al het werk ‘ter discussie gesteld’ moet worden. Horn weet precies wat dat betekent.