Onheil over de gemeente
De autobiografische griezelliteratuur van H.P. Lovecraft
At the Mountains of Madness; The lurking Fear; The Dream-Quest of Unknown Kadath; The Case of Charles Dexter Ward; The Doom that came to Sarnath; The Tomb door H.P. Lovecraft Uitgever: Ballantine Books 181 p., Importeur: Van Ditmar f9,80 per stuk
The Best of H.P. Lovecraft: Bloodcurdling Tales of Horror and the Macabre Uitgever: Ballantine Books 375 p. Importeur: Van Ditmar f23,80
H.P. Lovecraft: Griezelverhalen Uitgever: Loeb f25,-
Robert-Henk Zuidinga
Poe's regel ‘An unhappy childhood is an author's goldmine’, door Gerard Reve in de Nederlandse literatuur geïntroduceerd, is, zo op iemand, van toepassing op H.P. Lovecraft. Het einde van diens rimpelloze kindertijd werd ingeluid met de opname van zijn vader in een inrichting, waar hij stierf aan syfilis. De kleine Howard was toen acht. Hij trok met zijn moeder bij zijn grootouders in, waar hij, na zijn grootvaders dood, in een vrouwengemeenschap en in snel afnemende welstand opgroeide. Zijn moeder, die de dood van haar man slecht kon verwerken, vervreemdde steeds sterker, daarbij haar enige zoon in haar isolement betrekkend. Toen zij in hetzelfde gesticht als haar man overleed, bleef Howard Phillips - als tweede naam gebruikte hij zijn moeders meisjesnaam - achter met twee oude tantes en vrijwel geen inkomen. Op zijn achtentwintigste verdiende hij zijn eerste eigen geld, toen The National Magazine zijn gedicht The Marshes of Ipswich publiceerde. Deze jeugd, en vooral de manier waarop zijn ouders stierven, hebben in hoge mate Lovecrafts oeuvre bepaald.
H.P. Lovecraft
Behalve hun minder benijdenswaardige jeugd hebben Howard Phillips Lovecraft en Edgar Allan Poe nog een aantal punten van overeenkomst in leven en werk. Beiden worden als de belangrijkste horror-auteurs van hun eeuw gezien, of op zijn minst als invloedrijkste. En beiden zijn de enige schrijvers van dit genre aan wie op de Amerikaanse universiteiten (serieuze) aandacht besteed wordt. Opmerkelijk is dat ze allebei pas na hun dood en via andere landen in eigen land erkend werden. Poe moest eerst door Baudelaire bewonderd en vertaald worden en, via diens invloed op Mallarmé en Rimbaud, aan de wieg van het symbolisme gestaan hebben, voor hij in de Verenigde Staten geëerd werd. En aan Lovecraft werd daar pas aandacht in de media besteed omdat er elders, met name in Frankrijk, Spanje en Italië, zo veel van en over hem gepubliceerd werd. (In Nederland, maar toen was zijn grootste anonimiteit al opgeheven, werd over hem geschreven door zo'n gevarieerd gezelschap als Hubert Lampo. W.F. Hermans en Jotie T'Hooft.)
Nog een punt dat ze gemeen hebben, is de beperktheid van hun ‘reikwijdte’. Beider verhalend oeuvre - Poe beschouwde zich zelf op de eerste plaats als dichter; Lovecraft heeft na enig jeugdwerk weinig meer gedicht - omvat één roman: Poe schreef The Narrative of A. (Arthur) Gordon Pym, Lovecraft The Case of Charles Dexter Ward. Bovendien kan in Lovecrafts titel een hommage aan Poe's roman gezien worden. Hij bewonderde Poe zeer en wijdde aan hem als enige een apart hoofdstuk in zijn uitvoerige essay Supernatural Horror in Literature. Hoewel zijn schrijfstijl onmiskenbaar door Poe beïnvloed is, heeft hij de meeste invloed ondergaan van de Ier Lord Dunsany, die in zijn verhalen en korte toneelstukken de Keltische mythologie ter verhoging van het griezeleffect aanwendde. Lovecrafts bewondering voor Dunsany was slechts één van de uitingen van zijn belangstelling, zo niet geobsedeerdheid, voor zijn Britse oorsprong. Hij heeft zijn hele leven, met uitzondering van een kortstondig huweliik in New York, doorgebracht in en om Providence (Rhode Island), een aartsconservatief gebied waar puriteinse godsdiensten en herinneringen aan het moederland bij een belangrijk deel van de bevolking met zorg gecultiveerd werden. Lovecraft mocht graag de uitroep ‘God save the King!’ door zijn correspondentie strooien en mat zich de spelling en woordkeus van achttiende-eeuwse Engelse dichters aan.