Prins Bernhard in de thriller ingetreden
De Lockheed-affaire blijkt een rijk terrein
Van koninklijken bloede door Tomas Ross Uitgever: Van Holkema en Warendorf, 288 p., f21,50
Een gewaarschuwd man door Dick Francis Uitgever: De Arbeiderspers, Crime de la crime, 350 p., f29,50
Kiem van het kwaad door William March Uitgever: De Arbeiderspers, Crime de la crime, 190 p., f19,50
Duffy en de pornokoning door Dan Kavanagh Uitgever: De Arbeiderspers, Crime de la crime 200 p., f21,50
Codewoord Brimstone door Robert L. Duncan Uitgever: Bruna, 256 p., f24,90
Dubbel spoor naar de dood door Nicolas Freeling Uitgever: Sijthoff, 200 p., f18,50
De keerzijde van het verraad door Ted Allbeury Uitgever: Van Holkema en Warendorf, 282 p., f24,50
R. Ferdinandusse
Tomas Ross (pseudoniem van de Nederlandse thrillerschrijver Willem Hogendoorn) heeft zich deze zomer in een interview (er wordt zo krankzinnig veel geïnterviewd dat ik het niet terug kan vinden) verteld dat zijn volgende thriller over de Lockheed-affaire zou gaan. Hij voegde daaraan toe, als ik me goed herinner, dat het hem verbaasde dat niemand van dat prachtige gegeven gebruik maakte.
Die verbazing is tamelijk naïef: prins Bernhard is altijd nog onderdeel van het Koninklijk Huis en dat vereist behoedzaamheid. In de dagen dat er naar Bernhards handelen een commissie werd ingesteld, veronderstelde meer dan de helft van de Nederlandse bevolking dat die commissie wel niks zou vinden. Toen die commissie van alles vond, veronderstelde meer dan de helft van de Nederlandse bevolking dat de prins wel niet gestraft zou worden. En dat klopte. Als er ooit bij het afscheid van Den Uyl uit de vaderlandse politiek een Liber Amicorum wordt gemaakt, hoort daarin een bijdrage van prins Bernhard, die uitlegt dat Den Uyl de grootste staatsman van de laatste twintig jaar is geweest, omdat hij, na Drees in 1956, het Huis van Oranje, en daarmee het Nederlandse volk, van een ongezonde broederstrijd heeft gered.
De niet-veroordeling van prins Bernhard heeft, sociologen zullen er nog tientallen jaren proefschriften over kunnen schrijven, geleid tot een ongekende publiciteit over corruptie in dit vaderland. Amsterdamse agenten, betrapt op het aannemen van vijfentwintig gulden, of een slof sigaretten, beriepen zich op het straffeloze aannemen van Lockheed-geld. Commentatoren, overstelpt door nevenfuncties, geheime BV's en stichtingen, konden weinig anders dan toegeven dat het patriottische begrip van de Tweede Kamer in 1976 een algemeen sein tot begrip voor sommige geldstromen was geweest.
Waarom Tomas Ross zo naïef was, kan men terugvinden in zijn derde Martin Finch-thriller, die de smakelijke titel Van koninklijken bloede draagt. Het omslag laat onder meer een gebroken witte anjer zien, een niet originele gedachte, omdat Elseviers Magazine, in de dagen dat het Donner-rapport over de prins verscheen, ook al met zo'n omslag kwam. De thriller vertelt van Ross' hoofdpersoon, de BVD-agent Martin Finch, die op pad wordt gestuurd, op verzoek van de minister van Verkeer en Waterstaat, om papieren van de Prins der Nederlanden, Bernhard dus, terug te halen. Papieren die gejat zijn na een conferentie over verkeersvliegtuigen in EEG-verband, ergens in Brussel.
Maar eenmaal in Frankrijk begint de ellende, met moord en doodslag, en belandt Finch in een omgeving die versierd is met namen uit het Donner-rapport: Heffner en Weisbrodt. De lezer weet onmiddellijk dat er wat aan de hand is (het staat trouwens ook weer op de achterflap: in de schaduw van Lockheed), en dán pas begint het bij onze BVD-agent een beetje te dagen. Ross heeft altijd gezegd en laten weten dat de BVD niet zo slecht is als zijn reputatie, maar een agent op pad sturen om luchtvaartpapieren van Bernhard zonder dat bij die agent bij de naam Weisbrodt een belletje begint te rinkelen, is tamelijk zwak.
Tomas Ross
Er komen trouwens nog meer beladen namen voor: Soestdijk bedient zich ook van een zekere Colson, een naam uit de Watergate-affaire; terwijl de Teutoons uitziende Amerikaanse boeve de feministische naam Fay Weldon draagt.
Eén van de motto's van het boek is ontleend aan senator Frank Church, die over de Lockheed-smeergelden zei: ‘A cast of characters out of a novel of international intrigue’. Ross heeft die novel klassiek opgebouwd. Het begint met een intrigerend stukje autojacht op een Nederlandse snelweg, zonder dat dat later in het verhaal een (belangrijke) rol speelt. Het onderzoek van Finch is spannend en afwisselend en het leidt tot een grote scène in het hooggebergte in Zwitserland. Maar daarna moet de echte ontknoping nog komen, in een bos bij Fontainebleau, en Ross springt dan met enkele van de hoofdpersonen uit de Lockheed-geschiedenis tamelijk hard om. Een hand trekt een witte anjer van een rever en laat hem in het graf vallen.
Tomas Ross' debuut, De honden van het verraad, is nog steeds zijn beste boek. Geschreven vanuit één gedachte, met een sterk samenhangend plot, en vooral met zeer verrassende wendingen. Dat laatste ontbreekt een beetje in Van koninklijken bloede: na de ambitieuze inzet is de lezer afhankelijk van wat Finch zoal ontdekt, over- en tegenkomt. Maar Ross lost dat aardig en laconiek op, en zo bezitten we nu onze eerste Lockheed-thriller. En het zou me niet verbazen als er meer zouden volgen want het is een rijk terrein. Ross heeft al eerder bewezen (in De ogen van de mol, bij voorbeeld) dat hij mensen goed van kant kan maken en hij doet dat ook nu weer naar hartelust.