Op zoek naar het juiste gevoel
Kees Verheuls roman over de inwijding van een jongen
Een jongen met vier benen door Kees Verheul Uitgever: Querido, 176 p., f29,50
Carel Peeters
Een jongen met vier benen zou als ondertitel ‘de memoires van een kind’ kunnen hebben. De verteller vertelt zijn herinneringen aan de tijd dat hij naar de lagere school ging tot de eerste jaren op de middelbare school. Er staat nergens dat het autobiografische herinneringen zijn, er staat evenmin dat het hier fictieve verhalen betreft.
Het karakter van het boek maakt het tot min of meer feitelijke herinneringen: er is geen ontwikkeling, behalve dat de jongen ouder wordt, er wordt niet geschreven met de bedoeling een thematisch of anekdotisch verhaal te vertellen en de verteller houdt zich strikt bij de tijd waarover het gaat. Hij vertelt niets over zijn leven na de beschreven periode en knoopt evenmin persoonlijke beschouwingen vast aan wat hij vertelt. De taal is niet beeldend, maar beschrijvend, de spanning is niet die van een verhaal. De verteller doet slechts zo nauwkeurig mogelijk verslag van wat hij zich herinnert.
Toch heeft Verheul een duidelijke selectie aangebracht, althans zo lijkt het, want de vier hoofdstukken bevatten wel een rode draad, hoe onnadrukkelijk ook. Een jongen met vier benen is een nieuw genre in de Nederlandse literatuur: dat van ‘thematische herinneringen’, of wat men in Frankrijk noemt ‘education sentimentale’. Er bestaat in het Nederlands geen goed equivalent voor: het gaat om het relaas van iemand wiens gevoelens worden geboren, opgewekt en ontwikkeld in contact met zijn omgeving. De eerste vriendschap, de eerste gevoelens van verbondenheid, het fysieke, nog niet erotisch getinte, contact. Voor een ‘initiatieroman’ is de periode die Verheul beschrijft te lang, want tegen zijn tiende is het jongetje bij hem al voorzien van intuïties die niet meer volmaakt onschuldig zijn.
Kees Verheul
De herinneringen zoals ze door Verheul worden beschreven hebben niettemin het meeste met ‘inwijding’ te maken omdat het perspectief dat van het kind is. Dat kind weet en kent weinig of niets en staat herhaaldelijk verbaasd, is geïntrigeerd, staat voor raadsels, hoort woorden waarvan de betekenis onbekend is. Het universum van het kind dat Verheul beschrijft is klein en de lezer kijkt met hem mee, zodat de grote wereld buiten de straat waarin hij woont of het dorp waarin zijn huis staat, voor de lezer even ver weg is als voor het kind. Dit perspectief vervangt de spanning die meestal in fictieve verhalen of romans zit.