Gerrit Komrij
Tekening Joost Veerkamp
Tering Stein
9
Pamela zelf was er nog niet van op de hoogte, maar ze was een heks geworden. Siegfried had de beschuldiging van Vader Hilarion onmiddellijk geloofd en ook Ralph had moeten toegeven dat er iets in zat. Dat was god-nog-aan-toe de zoveelste keer binnen enkele dagen dat hij het met Siegfried eens moest zijn, hij kreeg er hoofdpijn van. Zoveel eensgezindheid binnen zo'n kort tijdsbestek, dat was niet goed voor je gestel. Waar je omwille van een kind allemaal niet toe in staat was... Hij verlangde hevig naar een gelegenheid dat hij Siegfried weer eens zou kunnen tegenspreken. Maar ditmaal hadden hij en Vader Hilarion nog gelijk. Het simpele vrouwtje van driehoog was duidelijk een koerierster van de kwade machten die, op het moment dat zij de voordeur van haar huis passeerden, door de goede geesten, als altijd in een verbitterd gevecht gewikkeld met de demonen, heel even uitgeschakeld was zodat zij het kind bij haar hadden kunnen wegpakken. Daarom had zij daar zo verlamd, met haar ogen stijf dicht, op de bank gezeten. Daarom was haar man, die haar bondgenoot was, gevloerd. Welgezinde en door hun zwangerschap vertederde geesten hadden gewoon voor een ogenblik hun heksebreinen op non-actief gezet - en hun voordeur op een kier. Vader Hilarion had ze aanwijzingen gegeven hoe heksen dienden te worden ‘geneutraliseerd’, zoals hij dat noemde. Ze moesten haar opzoeken en haar het kind in de armen duwen. Dan zou ze vanzelf in elkaar schrompelen, omdat het met heilig water was besprenkeld. Dat moest vooral onverwachts gebeuren. Ze mochten op geen enkele wijze toestaan dat de vrouw zelf het initiatief zou nemen en het kind opzettelijk zou aantaken. Dan werd ook het kind behekst, omdat de vibraties in dat geval de verkeerde kant opgingen. Het moest beslist onvoorbereid gebeuren - tijdens een zwak moment, want ook heksen hadden zwakke momenten, dat hadden ze zelf al eens meegmaakt.
Voor alle zekerheid had Vader Hilarion het kind vervolgens dubbel gedoopt.
Op de terugweg hadden Ralph en Siegfried, om de doop te vieren, een kinderwagen gekocht en daarmee waren ze naar Teringstein gewandeld. Het weer was fraai, maar het gedrag van de mensen op straat heel wat minder. Ze werden nagewezen en uitgejouwd. Je hield het niet voor mogelijk, zoveel bekijks in een moderne tijd als deze twee zwangere mannen met een kinderwagen nog konden trekken.
In de hal van de flat hadden ze Pamela ontmoet. Het was of ze door een bliksemflits werden getroffen. Ze hadden aan de woorden van vader Hilarion gedacht. Nú mochten ze het initiatief vooral niet uit handen geven! En jawel. De heks had geprobeerd in de kinderwagen te kijken, maar Ralph was er wijdbeens voor gaan staan. Toen hij toch zo onvoorzichtig - of onhandig - was geweest haar te laten kijken had zij natuurlijk meteen haar handen naar het kind uitgestoken of liever gezegd: haar hekseklauwen. Met grote tegenwoordigheid van geest had Siegfried het kind voor haar neus weggegrist en was er mee naar boven gerend. Oeff, op het nippertje.
Pamela had Ralph gezegd dat ze maar eens bij haar op bezoek moesten komen. Ralph had daarop vanzelfsprekend van ja geknikt. Ze moesten immers in de gelegenheid worden gesteld het plan van Vader Hilarion ten uitvoer te brengen? En waarom die gelegenheid dan niet aangegrepen, als die zich al zo snel voordeed?
Ralph was Siegfried naar hun flat gevolgd en beiden hadden ze zich ontzwangerd. Pas nú konden ze zich van hun lappen en doeken ontdoen - nu het kind veilig en wel was gedoopt. Hemel, wat een opluchting, als je weer in je eigen postuur rondliep.
Zo belden ze die avond om acht uur op vierhoog aan. Hun benedenbuurvrouw keek verbaasd naar hun magere verschijning, maar ze reageerden er niet op. Dáár trapten ze niet in. Het was maar komedie, dat begrepen ze wel. Heksen wisten maar al te goed wat er gaande was. Ze was, dankzij haar duivelde relaties, allang van alles op de hoogte. Ze zagen heus wel hoe gretig ze naar het kind keek.
Pamela verontschuldigde zich dat haar man, Gijs, er nog niet was. Hij trainde een uurtje. Ze had het over een sportvereniging. Elk moment kon hij er zijn. Ze zouden intussen alvast koffie drinken.
Siegfried gruwde en dacht aan heksebrouwels. Ralph huiverde en dacht aan helse vergiften. Ja, ze moesten op alles voorbereid zijn. Die heks mocht zich niet stilletjes wreken. Met geniepige dranken. Ten slotte waren zij hier gekomen om wraak te nemen. Wraak! Het zou te pijnlijk zijn wanneer de rollen werden omgekeerd. Dat zou net zo belachelijk zijn als wanneer een haas een jager ving of een indiaan een cowboy doodschoot.
Terwijl Pamela in het open kookgedeelte met de koffie bezig was ging de voordeur open. Even gebeurde er niets. Toen schoof een grote boog de kamer binnen en vervolgens de punt van een pijl.
(wordt vervolgd)