Praten zonder iets te zeggen
Nieuwe verhalen van Ann Beattie
The Burning House Short Stories door Ann Beattie Uitgever: Random House, 272p., f42,20 Importeur: Van Ditmar
Ton Anbeek en Dawn Foor
The Burning House is de derde verhalenbundel van Ann Beattie. Daarnaast schreef ze twee romans, waarvan de laatste, Falling in Place, ook vertaald is. In al die boeken krijgt men een duidelijk beeld van de wereld die de schrijfster oproept: situaties uit het ‘gewone’ leven (geen opeenstapeling van bizarriteiten zoals bij John Irving), mensen die zich eenzaam voelen omdat ze ongelukkig zijn in hun verhouding of omdat ze hun partners verloren hebben.
Ze koesteren geen grote ambities, en van de hoge verwachtingen van de jaren zestig is niets overgebleven. Meestal zijn ze blijven steken in de monotonie van een middle class bestaan, zonder hoop of illusie. Deze mensen praten, maar ze zeggen eigenlijk nooit iets; en als ze wat belangrijks beweren, wordt het door de ander niet begrepen, of zelfs niet opgemerkt. Dat is precies het sterke punt van Ann Beattie: die non-communicatie weet ze ongelooflijk geestig weer te geven. Daardoor zijn haar verhalen, die gaan over ongelukkige mensen in ongelukkige situaties, nooit echt deprimerend; haar feilloze oor voor krankzinnige dialogen tilt ze steeds boven de grauwheid uit. Falling in Place is een roman over mensen die allemaal opgesloten zitten in hun isolement, en toch is het een buitengewoon grappig boek.
Een goed voorbeeld van een volmaakt Beattie-verhaal is ‘The Dwarf House’, waarmee de bundel Distortions opent. MacDonald bezoekt zijn broer James die in een instituut voor dwergen (aangevuld met één reus) woont. Hij komt langs in opdracht van hun moeder (die ongelukkig is omdat ze aan een dwerg het leven heeft geschonken) om te vragen of James gelukkig is. Antwoord:
‘Tell her I'm as happy as she is.’
‘You know she's not happy.’
Ann Beattie
‘She knows I'm not, too. Why does she keep sending you?’
De moeder meent dat James naar zijn dwergenkolonie gevlucht is uit angst voor de ‘real world’. Wat die ‘real world’ betekent, wordt duidelijk uit de kleine aanwijzingen die Beattie door het hele verhaal heen verspreidt; want niet alleen de moeder is ongelukkig: de buurvrouw is het huis uitgegooid door haar man, MacDonalds enige plezier is één avond in de week in zijn eentje doorzakken (hij en zijn vrouw willen geen kinderen omdat hij bang is dat ze een dwerg zullen krijgen), zijn secretaresse lacht altijd maar dat komt door de pillen die ze slikt. De suggestie: men kan zich alleen in het echte leven handhaven door middel van drank of pillen. De enige redelijk gelukkige persoon blijkt op het eind de dwerg James die gaat trouwen met een andere dwerg. Broer MacDonald ziet hoe stralend de bruid lacht, ‘a smile no pills could produce’. En dan luidt de laatste zin: ‘She looks small, and bright, and so lovely that MacDonald, on his knees to kiss her, doesn't want to get up.’