Mythen
De psychologische kennis waarvan Edel gebruik maakt, is goed beschouwd over het algemeen vrij elementair en getuigt van veel gezond verstand. Dure woorden en ingewikkelde psychologische verklaringen zul je bij Edel niet of nauwelijks vinden. De invloed van Adler, met wie Edel in 1930 kennis maakte, is hier en daar te merken. Hoe mensen van macht gebruik maken en hoe ze proberen te ontsnappen uit een anonieme wereld, wordt dan ook meerdere malen aan de orde gesteld.
Een van de functies die de literatuurpsychologie voor Leon Edel heeft, is het ondergraven van mythen over schrijvers en hun werk. Van de mythe van Thoreau, levend in de wilde natuur van Walden, laat hij weinig heel. De vraag waar het Edel om te doen is, luidt: waarom ging Thoreau eigenlijk naar Walden Pond? Om die vraag te beantwoorden worden feiten uit het leven van Thoreau door hem opnieuw geïnterpreteerd en gewaardeerd. Zo worden de bosbrand die Thoreau als kind veroorzaakte en de woede van de plaatselijke bevolking ten gevolge daarvan door Edel erg belangrijk gevonden. Jarenlang spreken bewoners uit de omgeving over Thoreau in misprijzende termen: ‘that damned rascal’. Een van de redenen waarom Thoreau naar Walden trok, was dat hij wilde ontkomen aan die vijandschap. Wat Edel in feite doet, is de biografie van Thoreau op belangrijke punten herschrijven, omdat hij andere vragen stelt. Dat Thoreau Walden Pond koos, waar hij als het ware de bel voor het eten van zijn ouderlijk huis kon horen luiden, wordt verklaarbaar in het licht van de grote moederbinding van Thoreau.
Edel bekent dat hij ook zelf niet ontkomt aan het scheppen van mythen. Een mythe die hij jarenlang koesterde, is Joyce geweest. Hij heeft de Ierse schrijver een aantal malen ontmoet. Op middelbare leeftijd komt Edel tot de ontdekking dat de Joyce van zijn vroege bewondering een held van een sprookje was, geschreven door hem zelf en door Joyce. Joyce blijkt een psychopaat te zijn, een veeleisende, egocentrische, pedante, paranoïde persoonlijkheid. Joyce verzon de mythe dat de hele wereld tegen hem was. Volgens Edel schreef Joyce niet voor de literatuur maar uit persoonlijke wraak. De felheid waarmee Edel Joyce aanvalt, heeft iets te veel van de teleurstelling van een teleurgestelde minnaar. Hij wordt zelfs moralistisch als hij het sadomasochisme van Joyce ter sprake brengt. Literatuurpsychologie kan nadelig werken als het beeld dat zij geeft van de persoonlijkheid van een schrijver en diens motieven tot schrijven te veel de kijk op het werk gaat bepalen. Dat is bij Edel het geval wanneer hij de pathologische elementen in de kunst van Joyce benadrukt.