Graham Greene
Vervolg van pagina 29
de guardia, Rocinante aan brokken, vlucht hij met Sancho een klooster binnen waar hij eindelijk aan zijn sterven mag beginnen. Hij staat nog een laatste keer in trance van zijn sterfbed op om de mis op te dragen, een denkbeeldige mis, want er zijn geen attributen voorhanden. ‘Ik beloofde je een gouverneurschap,’ zegt hij in trance tegen de ongelovige Sancho, ‘ik geef je een koninkrijk.’ En Sancho, die zijn vriend in naam van ‘de kameraadschap’ in vrede wil laten sterven, knielt neer om de denkbeeldige hostie in ontvangst te nemen.
Anders dan zijn illustere voorganger Don Quichot, die na zijn nederlaag eindelijk tot bezinning kwam en uit de waan van zijn strijd tegen de windmolens ontwaakte om rustig en bij zinnen thuis in bed te sterven, is father Quixote na zijn nederlaag pas goed door de klap van de molen getroffen. Zijn dood is melodramatisch en dwaas.
En toch, denkt Sancho.
En toch, denkt de lezer.
En toch, wil Graham Greene dat we denken.
Al is Graham Greene dan zijn leven lang zelf katholiek geweest, hij is er wel een van het soort dat steeds met één been in het atheïsme bleef staan. ‘Liever geen geloof,’ hoor je hem elke keer tussen de regels door denken, en de wanhoop om te kiezen tussen onvoorwaardelijk geloof en ongeloof teistert al zijn hoofdpersonen, zelfs father Quixote. En in de laatste regels van het boek begint ook de communist Sancho te twijfelen aan zijn atheïsme. Maar met de keuze om de hoofdfiguur in zijn laatste boek een afstammeling te laten zijn van de Don Quichot van Cervantes biedt Greene nog een laatste ontsnappingsmogelijkheid: ‘Hoe kan hij afstammen van een fictioneel karakter?’ vraagt de bisschop boos, volgens zijn opvattingen een boek vol nonsens dat in de dagen van de generalissimo de censuur niet eens gepasseerd zou zijn. ‘I have never got beyond the first chapter. Although I have glanced at the last. My usual habit with novels.’ En bij het doodsbed van father Quixote wordt diezelfde vraag gesteld. ‘Don Quichot had geen afstammelingen. Hoe zou hij. Het is een fictioneel karakter.’ Het antwoord luidt: ‘“Fact and fiction again. So difficult to distinguish,” father Leopoldo said.’
Het lijkt erop of Monsignor Quixote geschreven is dwars tegen Earthly Powers en de opvattingen van de schrijver daarvan, Anthony Burgess, in. Ook Earthly Powers gaat over de macht van goed en kwaad, gesitueerd binnen de rooms-katholieke kerk. Anthony Burgess laat er in dat boek en in een interview (VN, 24 oktober 1981) geen twijfel over bestaan dat hij vindt dat de kerk met het prediken van de liefde als voornaamste drijfveer alleen maar het kwaad in de wereld kan verergeren. Burgess meent in genoemd interview dat de kerk er goed aan zou doen zich weer eens te bezinnen op de beginselen van Thomas van Aquino.
Het kan geen toeval zijn dat in het voorwoord van Cervantes' Don Quichot met geleerdheid à la Thomas van Aquino juist de spot wordt gedreven. ‘Oh, I was never good at Moral Theology,’ laat Greene zijn father Quixote luchtigjes zeggen. Earthly Powers is zwaar geschut, Monsignor Quixote is licht als een veertje. Als je die twee boeken tegen elkaar in het slagveld brengt is het Ignatius van Loyola tegen Franciscus de Sales. Alsof een molen tegen wind vecht. Wie wint er dan? ■