Tussengeval
Het door Foucault ook bijgevoegde dossier betreffende dit geval van hermafroditisme is eigenlijk boeiender. De exacte beschrijving van Barbins geslachtsorganen laat de verbaasde lezer zien dat er nog wel heel andere mogelijkheden zijn dan óf een penis óf een vagina. Barbin bezat ‘een klein lid, dat in afmeting het midden houdt tussen een clitoris en een normale roede’ en dat kon opzwellen en hard en langer worden, maar zich niet kon oprichten aangezien het met een streng aan de onderkant vast zat. Twee centimeter boven de anus bevond zich echter ook een nauw kanaal van vijf centimeter diep dat doodliep. Volgens de onderzoekende arts een ‘rudimentaire vagina’. Ook bezat Barbin een ‘vulva, grote schaamlippen, en een vrouwelijke urethra die losstaat van een penis zonder buis’.
In feite was Barbin dus noch man, noch vrouw, maar lichamelijk gezien iets dat volgens sommigen zo in hoge mate nastrevenswaardig is: androgyn. Nu, als je iets kunt leren uit dit geschrift dan wel dit dat het in feite onmogelijk is om iemand te zijn die niet duidelijk een man of een vrouw is. Ook nu zou Barbin het nog heel moeilijk hebben, al zou misschien operatief ingrijpen hem hebben kunnen redden.
Foucault vraagt zich in zijn nawoord bij de herinneringen af: ‘Hebben wij werkelijk een echt geslacht nodig?’ Hij is geneigd dat te ontkennen, mede op grond van het verschil in kijk op hermafrodieten in de loop der eeuwen. Ik echter geloof dat wij inderdaad een ‘echt’ geslacht nodig hebben, juist omdat in de meeste gevallen het ‘echte’ geslacht in één oogopslag duidelijk is. Je kunt, als je alleen maar de kromming van iemands rug ziet, bij voorbeeld om de hoek van een deur heen, of als je alleen maar een arm ziet bewegen zonder dat je het lichaam van de erbij behorende persoonlijkheid ziet, ogenblikkelijk zeggen of dat de rug of de arm van een man of een vrouw is, behoudens in enkele zeer sporadische twijfelgevallen. Daarom is geslachtstransformatie ook zo'n hachelijke zaak, wordt een man toch maar hoogst zelden een echte, acceptabele vrouw, en, in die schaarse gevallen dat een vrouw zich laat ‘omopereren’, een vrouw een acceptabele man. Ja, we hebben echt een geslacht nodig. Men kan er lang en breed over twisten of dat komt omdat de maatschappij nog niet ver genoeg is om ‘tussengevallen’ te accepteren, maar dat men de maatschappij op dit punt niet even snel kan veranderen is in ieder geval wel duidelijk.
Ook de befaamde, rabiaat anti-katholieke Oscar Panizza heeft de memoires van Barbin in de vorige eeuw gelezen. Op grond daarvan schreef hij een novelle, Een schandaal in het klooster, die ook, in vertaling uiteraard, aan deze uitgave is toegevoegd. Het is boeiend om te zien hoe Panizza dit treurige verhaal weet om te vormen tot een fel anti-katholieke, opwindende geschiedenis. Volgens Foucault heeft het verhaal verwantschap met La Religieuse van Denis Diderot.
In ieder geval vormen de herinneringen, het medische dossier, het verhaal van Panizza, en het nawoord van Foucault, bij elkaar een nogal uitzonderlijk boek dat heel wat te denken geeft over Genesis 1 vers 27: ‘Man en vrouw schiep hij hen.’
■