[Heeft het zin om te ‘zitten’?]
Vervolg van pagina 41
al. De aanpak is iets anders dan bij volwassenen. Men wil de jongere ‘confronteren met zijn gedrag’, dat wil zeggen laten opdraaien voor het herstel van wat hij vernield heeft. Dat kan betekenen dat een ‘vandalistische jongere’ niet langer een paar weken in een cel hoeft te zitten of een fikse boete moet betalen, maar in het buurthuis waar hij de boel kort en klein geslagen heeft de rommel op moet ruimen.
De mensen achter deze plannen denken ook aan andere mogelijkheden om jongeren uit de gevangenis te houden. Door scholings- en vormingscursussen moet ‘het verantwoordelijkheidsbesef van de jeugdige worden gestimuleerd of zijn belangstelling gewekt voor onderwerpen die voordien buiten zijn gezichtsveld lagen’.
In Rotterdam bestaat het project HALT (HET ALTernatief) waar jongeren naartoe gestuurd kunnen worden als ze iets vernield hebben, of als ze wat grijze muren hebben volgekladderd met hun viltstiften. In hun vrije tijd moeten ze de boel weer schoonpoetsen, opruimen of opbouwen - als ze erg jong en onervaren zijn met behulp van anderen.
Ook op deze manier van straffen is weer kritiek gekomen. Er wordt gezegd: of je jongeren nu een geldboete geeft of een paar weken cel, of dat je ze zelf de boel laat opruimen, het gebeurt allemaal vanuit dezelfde gedachte: dat jongeren zich moeten aanpassen aan deze maatschappij. Ze moeten hun eigen leuzen wegkrassen, maar daarmee krassen ze niet hun onvrede en kwaadheid weg. En zo hoeft niemand zich af te vragen, waar die gevoelens vandaan komen, en of ze niet terecht zijn. En denk maar niet dat die jongeren uit spijt komen opruimen, ze doen het echt alleen omdat ze dan de geldboete niet hoeven te betalen.
Er zit waarheid in deze redenering, maar je komt er niet verder mee. Het is al heel belangrijk dat er iets gedaan wordt om jongeren buiten de gevangenis te houden. Als je zou moeten kiezen tussen een vrijheidsstraf of een deel van je vrije tijd opofferen aan repareren van wat je hebt stukgemaakt, wat zou je dan kiezen? Als je bedenkt wat het betekent om in de bak gezeten te hebben, dan is de keus niet zo moeilijk. Een van de jongens uit jeugdgevangenis De Corridor zei ook nog: ‘Het is extra moeilijk om je leven te beteren als je uit de gevangenis komt, zelfs als je nog maar kort gezeten hebt. Want je hebt dan meteen het stempeltje exbajesklant. Dan moeten ze je niet meer. Daar komt bij, in de gevangenis hoef je niet zelf te denken. Er wordt niets anders van je verwacht dan dat je je aan de regel houdt. Je hoeft hier niet zelf te leven, je wordt geleefd. En straks moet je wel zelf leven, en dan stoot je je kop.’ ■