Diderots Nederlandse Encyclopedie
Holland, ‘waar vrijheid niet in vrijpostigheid ontaardt’
Voyage en Hollande door Denis Diderot Uitgever: Maspéro, 169 p. f 12,75
Ieme van der Poel
In de serie La Découverte van de Franse uitgever Maspéro verschijnen met grote regelmaat reisbeschrijvingen uit het verleden, curieuze documenten vaak, die in de dubbele betekenis van het woord een ontdekking vormen. Tot de meest recente uitgaven in deze reeks behoort Voyage en Hollande van Denis Diderot (1713-1784).
Zoals bekend besteedde Diderot een groot aantal jaren van zijn leven aan het samenstellen, redigeren en coördineren van de Encyclopédie, die rond 1765 zijn beslag kreeg. Dank zij geldelijke steun van zijn bewonderaarster Catharina de Tweede van Rusland kon Diderot zich na de voltooiing van dit werk geheel aan de literatuur wijden. In 1773 vertrok hij, na herhaald aandringen van de vorstin, voor een bezoek van enkele maanden aan Sint-Petersburg. Zowel op de heenals op de terugweg onderbrak hij de reis voor een verblijf van enkele maanden in Den Haag, waar hij bij de Russische ambassadeur, prins Galitzine, logeerde.
Een bezoek aan de Verenigde Nederlanden was niets bijzonders voor een Frans schrijver in de achttiende eeuw. Hoewel de glorie van de Republiek begon te tanen, gold zij in de ogen van de aanhangers van de Verlichting (zoals Montesquieu, Voltaire) als een modelstaat, die ze Frankrijk graag ten voorbeeld stelden. Diderot profiteerde van zijn verblijf in Den Haag om contact op te nemen met de Nederlandse uitgever Rey. Het is waarschijnlijk dat de onderhandelingen voor Diderot niet naar wens verliepen, want in zijn reisverslag merkt hij bitter op: ‘De Nederlandse boekhandelaren drukken alles wat je ze geeft, maar ze betalen er geen cent voor.’
Toch was Diderot wel gedwongen om met een buitenlandse uitgever in zee te gaan. In 1749 deed zijn verhandeling Lettre sur les aveugles hem in de gevangenis belanden. Het regime in Vincennes was nogal mild en de straf duurde niet al te lang, maar toch bedacht hij zich voortaan wel tweemaal, alvorens hij een manuscript aan de openbaarheid prijs gaf. Grapjes over de rivaliteit tussen de ‘komedianten van de kansel’ en die van de planken (voyage en Hollande), vielen bij de Franse censor niet in de smaak. Diderot stuurde zijn reisbrieven naar de correspondance littéraire, het tijdschrift van zijn vriend Grimm, die ze in enkele afleveringen publiceerde.
Diderot, schilderij van Fragonard
De Voyage en Hollande vertoont de opzet van een kleine encyclopedie. Bestuur, rechtspraak, handel, zeden en kunst van de Hollanders, worden rubrieksgewijs behandeld. Het boekje eindigt met een korte impressie van enkele steden onder andere Saardam en Scheveling) en een wel zeer summiere beschrijving van de Oostenrijkse Nederlanden. Het fragment Brussel bestaat uit een drietal anekdotes, die heel typerend zijn voor Diderot. Ook in zijn romans (Jacques le fataliste bij voorbeeld) wemelt het van dergelijke geschiedenissen. Romantisch, soms een tikje scabreus, waarbij de elegante conversatie een essentieel bestanddeel vormt. Zo vraagt hij aan een Franssprekende Engelse dame, in welke van de twee talen ze zich het meest kuis gedraagt. ‘Mijn mond is het zedigst in het Engels,’ luidt haar antwoord, ‘en mijn oren in het Frans.’ Ik ben er dol op om te lezen hoe buitenlanders over Nederland denken, niet in de laatste plaats, omdat ik er heimelijk van geniet om zo'n bemoeial op een paar onnozele fouten te kunnen betrappen. Diderot verhaspelt het Nederlands en gooit soms de plaatsnamen door elkaar, maar flagrante onjuistheden komen in zijn boek niet voor. Toch wekt hij niet de indruk het land goed te kennen. Maar hij beperkt zich tot de grote lijnen en houdt zich angstvallig op de vlakte, zodra hij zich op onbekend terrein bevindt.