Modeljongetje
Voor ontroering zorgt hij zelf maar al te goed, wanneer hij enige jaren later, in 1886, het hele Italiaanse volk laat huilen om zijn boek Cuore (het Nederlandse Hart klinkt hier echt veel te hard), waarin Enrico, een modeljongetje uit de derde klas, zijn schooljaar beschrijft, afgewisseld met zoetsappige en patriottische verhaaltjes; dit vademecum van deugden en zonden, van sociale taboes en morele beginselen, overgoten met een saus van vals sentiment, werd onmiddellijk na verschijnen een van de meest gelezen boeken in Italië en dat is wel te begrijpen, aangezien de bekrompen conformistische levensopvatting die eruit spreekt uitstekend strookte met die van de kleine burgerij. De centrale thema's van het boek, school, gezin en vaderland, zijn ook de pijlers waarop de pasgeboren Italiaanse natie moet steunen en de hoofdpersoon Enrico wordt wel beschouwd als een symbool van het jonge Italië: beiden moeten opgevoed worden om de volwassenheid te bereiken; ‘men kan moeilijk de verleiding weerstaan,’ aldus de criticus Asor Rosa, ‘in de bladzijden van dit boek, bestemd voor de jeugd, de uitdrukking te vinden van wat het postunitaire Italië wilde zijn (en in vele opzichten ook was) in het bewustzijn van de kleine burgerij die had deelgenomen aan het Risorgimento en zich nu beijverde om - naar de beroemde woorden van D'Azeglio - “Italianen te worden”.’
Edmondo De Amicis
Wie nu met Cuore in het achterhoofd begint aan Liefde en gymnastiek, zal haast niet kunnen geloven dat deze boeken door één en dezelfde auteur zijn geschreven. De weke Enrico en zijn o zo deugdzame ouders hebben plaats gemaakt voor de gymnastieklerares Maria Pedani, ‘een lange, forse goedgebouwde jonge vrouw van zevenentwintig jaar (...) wier hele lichaam kracht en gezondheid uitstraalde’. En de sentimentele ouder- en vaderlandsliefde uit Curore verbleekt volkomen bij de hartstochtelijke pogingen waarmee de ex-seminarist Don Celzani de prachtig gespierde maestra voor zich tracht te winnen. Hij probeert dat op allerlei manieren: eerst schrijft hij een brief, dan doet hij mondeling een huwelijksaanzoek, maar ten slotte beseft hij dat er maar één weg is om de maestra te bereiken, namelijk via de gymnastiek. Hij geeft haar foto's cadeau van beroemde gymnarchen, leest stapels tijdschriften over gymnastiek om op niveau met haar te kunnen converseren, en gaat ten slotte zelfs naar een sportschool, waar hij natuurlijk van de evenwichtsbalk valt zodat hij met verbonden hoofd de strijd moet voortzetten, een strijd die ten slotte niet helemaal vruchteloos lijkt te zijn. Dit liefdesverhaal wordt in het boek herhaaldelijk onderbroken door gesprekken, betogen, uiteenzettingen en discussies, die allemaal tot onderwerp hebben de gymnastiek, of liever de ‘gymnastologie’, want gymnastiek wordt hier niet in de eerste plaats aangediend als sport, maar vooral als wetenschap en ideologie. ‘Een gymnastiekleraar is een wetenschapper (...) Hij moet de gymnastiekleer kennen, de toegepaste anatomie, de pedagogiek, de hygiëne, de geschiedenis van de gymnastiek (...) Hij moet de technologie kennen!’ Maestra Pedani is vooral bekend om haar gedegen artikelen in wetenschappelijke tijdschriften en om haar gloedvolle lezingen op de
vele nationale en internationale gymnastiekcongressen, waar ‘de burgers zich verdrongen om de beroemdste gymnarchen, schrijvers, geleerden, doktoren en hervormers, die in twintig verschillende talen spraken over alles waar zíj van hield en wat zíj bewonderde’.