Bourgondische kalfsniertjes
1 stel kalfsnieren met hun vet |
zout & peper |
6 eetl. boter |
8 kleine uien, gehakt |
1 teen knoflook u.d.kn. |
¾ kop rode bourgogne |
4 eetl. zachtgeklopte boter |
2 eetl. donkere Dijon mosterd |
1 eetl. cognac |
1 eetl. gehakte peterselie |
1 eetl. gehakte basilicum |
Bestrooi de nieren licht met zout en peper. Smelt de boter in een sauteuse of braadpan en bak de nieren in hun geheel, zodra het schuimen van de boter is opgehouden. Keer ze af en toe zodat ze rondom mooi goudbruin worden. Haal ze dan met een schuimspaan uit de pan en hou ze warm. Het is voldoende om ze in een warme schotel te leggen, half bedekt met een deksel.
Fruit uien en knoflookpulp, al roerend, 1 minuut in de bakboter in de pan. Blus dan met de rode wijn, schraap aanbaksels los met een houten lepel en kook het 4-5 minuten op flink vuur tot ⅓ in.
Haal de pan van het vuur. Klop de 4 eetlepels boter luchtig op met de pollepel en klop er de mosterd met wat zout en peper door. Roer deze mosterdboter van het vuur, met telkens 1 lepel tegelijk, door de saus in de pan. Doe de nieren er weer bij en zet de pan op het vuur. Maak de cognac in een soeplepel op een klein pitje warm, begiet de nieren ermee en steek het in de fik. Haal de nieren eruit, als de vlammen gedoofd zijn en snij ze op een snijplank in plakken. Leg die dan weer terug in de pan en bestrooi ze met de peterselie en basilicum. Dien ze op met gebakken champignons en beboterde lintmacaroni. De bourgogne van de bereiding past er wel bij.