De blauw geruite kiel
Zesde jaargang nummer 12
De mislukte staatsgreep in Suriname
Kees Schaepman
Je zult het wel in de krant gezien hebben: een mislukte staatsgreep in Suriname. Foto's van militairen op de voorpagina's en verwarde berichten op radio en televisie.
Suriname is een jong land: het werd pas in 1975 onafhankelijk. Vroeger was het een kolonie van Nederland. Het staatshoofd, dat was toen de Nederlandse koningin. En in de hoofdstad Paramaribo zetelde een gouverneur die door de Nederlandse regering in Den Haag benoemd werd. Suriname was, in vergelijking met andere landen in Latijns Amerika, een rustig land. Geen revoluties, geen tanks en pantserwagens op straat, geen aanslagen op de gouverneur. Rust was wel zo ongeveer het enige wat Nederlanders in Suriname brachten, verder haalden ze er vooral dingen weg. Behalve rustig was Suriname dan ook doodarm.
Doodarm is Suriname nog altijd, rustig is het al lang niet meer. In 1980 greep het leger de macht en werd de volksvertegenwoordiging naar huis gestuurd. Die coup werd gevolgd door een stroom van andere - mislukte - staatsgrepen of geruchten daarover. Terwijl het toch allemaal heel overzichtelijk lijkt: een groot land (vier keer Nederland) met een kleine bevolking (in Amsterdam wonen meer dan tweemaal zoveel mensen als in Suriname) en een nog kleiner leger (het telt nog geen duizend man). Dat moet toch makkelijk te besturen zijn, in Zeeland (dat bijna net zoveel inwoners heeft als Suriname) wordt toch ook niet voortdurend het provinciehuis bezet door opstandige politie-officieren.
Bouterse en Horb, leden van de Nationale Militaire Raad (foto Steye Raviez)
Waarom lukt het dan niet om in Suriname de rust te bewaren? Het antwoord is eenvoudig: Suriname is alleen in schijn overzichtelijk. Het aantal inwoners - dat zegt niet zoveel. Je kunt in een flatgebouw met honderd inwoners al ruzies krijgen die uitlopen op moord en doodslag. En in Suriname zijn nogal wat voorwaarden voor forse ruzies aanwezig. Allereerst is er de armoede. Bovendien wordt het land bewoond door verschillende bevolkingsgroepen, die zelfs hele verschillende talen spreken. De tegenstellingen tussen de grootste groepen (Creolen, Hindostanen en Javanen) zijn in de tijd dat Nederland de baas was bovendien vaak aangewakkerd. Verdeel en heers noem je dat: een verdeelde bevolking zou niet zo snel in opstand komen tegen het koloniale gezag. In Suriname bestaan diepe geloofsverschillen. Er heersen volledig uiteenlopende ideeën over de toekomst van het land. Er zijn grote verschillen in opleiding. Een deel van de bevolking is niet of nauwelijks naar school geweest. Een ander deel is juist wel langdurig opgeleid, maar in Nederland. En heeft daardoor jarenlang niet in het eigen land gewoond. Dat leidt tot vervreemding: Nederland en Suriname verschillen nogal van elkaar en wanneer je als Surinamer zes jaar in Nederland gestudeerd hebt, kan je makkelijk het leven in je eigen land ontwend zijn.
Al lang voor de onafhankelijkheid werd Suriname verscheurd door spanningen. Dat was de erfenis van de eeuwenlange Nederlandse overheersing die het land meekreeg bij de onafhankelijkheid. De geschiedenis van andere landen leert dat in zo'n chaos van opgepotte ruzies en onverwerkte vetes eerder met geweren dan met woorden geargumenteerd wordt.
■