Uitgeroeide diersoort
Laurie Langenbach
Wat er gaande is. Het is heel eenvoudig. Alles heeft een binnenkant en een buitenkant. Wat er gaande is, is dat er steeds meer aandacht aan de buitenkant wordt besteed en steeds minder aan de binnenkant. Wat er gaande is, is een verregaande vorm van symptoombestrijding. Op alle fronten, in de cultuur, de economie, de godsdienst, de geneeskunde, de psychiatrie, in de zogenaamde relatiesfeer en de zogenaamde welzijnszorg; op elk gebied, zowel materieel als spiritueel, wordt de kwaal vanaf de buitenkant bestreden terwijl de patiënt van binnenuit blijft rotten.
Naarmate de toestand wanhopiger wordt, neemt de behoefte aan schijn toe.
Dit is, kort gezegd, wat er gaande is.
In deze ontwikkeling wordt de situatie van de kunstenaar steeds precairder en wordt, tegelijker tijd, het belang van zijn werk steeds groter. Een kunstenaar die zich zelf respecteert, houdt zich met de waarheid bezig. Angst voor de waarheid is niet een eigenschap die de mensen zich sinds kort hebben aangemeten, maar de angst lijkt wel groter dan ooit tevoren. Het is een angst die ik niet begrijp. Ik wil mijn vijand recht in het gezicht zien, ik voel me pas echt bedreigd als ik niet weet tegen wie of wat ik mij moet verdedigen, maar heel veel mensen reageren op gevaar zoals mijn kat dat doet. Als hij bang is en ik hem in mijn armen neem om hem gerust te stellen, verbergt hij zijn gezicht onder mijn oksel of onder mijn das. Zolang hij niet kan zien, schijnt hij te denken, wordt hij ook niet gezien.
Binnenkant en buitenkant zijn te vergelijken met inhoud en vorm. Er wordt vaak beweerd dat vorm en inhoud gelijk aan elkaar zijn, maar wat er steeds meer gebeurt, is dat men zich op de vorm concentreert zonder zich om de inhoud te bekommeren. Sterker nog, de vorm wordt gebruikt om de inhoud om zeep te helpen. Muziek wordt steeds meer gebruikt om gevoelens uit te schakelen in plaats van ze op te wekken. De media worden steeds meer gebruikt om de waarheid te versluieren in plaats van die te vertellen. Met name in de media valt duidelijk te zien hoe men bezig is binnenkant en buitenkant, inhoud en vorm, oorzaak en gevolg om te keren. Uit onderzoeken is gebleken dat de mensen zich slechter concentreren en daarom meer behoefte hebben aan korte, licht verteerbare stukken. Wat doen de media, althans de meeste? Ze denken niet: de mensen kunnen zich niet meer concentreren, hoe komt dat, wat moet daaraan gedaan worden? Nee, ze denken: de stukken moeten korter! Alles moet korter! Waarmee zij, vanzelfsprekend, de kwaal alleen maar verergeren. Het zelfde fenomeen is in de tandheelkunde te vinden. De mensen hebben rotte tanden. Dat komt omdat ze te veel suiker gebruiken. Wat gebeurt er? Er wordt een middel gemaakt dat de uitwerking van suiker op glazuur bestrijdt. Vooral doorgaan met te veel suiker eten, dat spreekt voor zich! Laten we ons in godsnaam niet met de binnenkant bemoeien! In de politiek blijkt deze houding uit het toenemend belang dat aan uiterlijkheden wordt gehecht, aan hoe men ‘overkomt’ zoals in het geval van de ongelukkige Terlouw, de verpersoonlijking van het veel buitenkant - weinig binnenkant effect.
Aan de groeiende behoefte aan schijn in plaats van werkelijkheid, vluchtigheid in plaats van standvastigheid wordt van alle kanten voldaan. Dat is slecht voor de mensen. Onze adem wordt korter, we worden zwak. Het is niet voor niets dat een beweging als punk zo goed als dood was voordat hij geboren werd. De generatie die na de mijne in opstand kwam, was al tien jaar verder in het uithollingsproces. In de jaren zeventig lag het zwaartepunt van die verschuiving van binnenkant naar buitenkant. Het is geruisloos gegaan, haast buiten ons om, zou ik zeggen. En er is een merkwaardige gelijkenis in het verzet dat na de jaren vijftig en na de jaren zeventig is opgebloeid. In de jaren zestig staken we onze tongen uit naar Herman Stok, Trea Dobbs, Willeke Alberti. ‘Steek de zoete koek maar in je zak,’ zeiden we. En ik zal nooit vergeten hoe