Staatsgrepen en stillevens
Nicolaas Matsier
Gelukkig het land met een binnenhuisliteratuur. Voor het gemak ga ik nu maar even akkoord met die onzinnige aanduiding. (Die onzinnig is, omdat er erg veel over één kam wordt geschoren, en onzinnig omdat er niets tegen het binnenhuis is - integendeel, dit land is terecht beroemd om interieurs van kerken en woonhuizen.)
Ik kan me niet onttrekken aan de gedachte dat veel lezers en schrijvers jaloers zijn op het fascistische verleden van Duitsland en Italië, op Rote Armee Fraktionen en Brigate Rosse, op het stalinistische verleden, voor zover het achter de rug is, en op de samizdat, op de Verenigde Staten vanwege het rassenprobleem en de ontaarde buitenlandse politiek.
Lezers zijn jaloers, omdat het nieuws waar Nederland goed voor is, nooit wereldnieuws is, schrijvers, omdat staatsgrepen en bomaanslagen niet nalaten invloed uit te oefenen op wat er vertaald en bekroond wordt.
Ja, wie zou niet in stencilvorm van hand tot hand willen gaan, in plaats van braaf via de boekhandel in een paar duizend exemplaren, waarvan tien in Deventer, zes in Breda, en driehonderd aan bibliotheken?
Helaas, we hebben Brazilië laten lopen, New York geruild tegen Suriname, en Indië ongehollandiseerd achtergelaten. De enige plek waar een spruit van het Nederlands invloed heeft, is Zuid-Afrika. Een piepklein taalgebied, waaruit relatief veel literatuur komt. Waarom? Omdat het wereldprobleem (Eerste versus Derde Wereld, economisch, raciaal) zich daar binnen een landsgrens toespitst.