Koekoeksjong en wisselkind
Het ‘begenadigde en gedoemde’ temperament van Patrick White
Flaws in the Glass A Self Portrait door Patrick White Uitgever: Jonathan Cape 272 p., f48,20 Importeur: Keesing
Nienke Begemann
Toen Patrick White, de Australische romancier, in 1973 de Nobelprijs kreeg, was hij niet geheel onvoorbereid, behalve op de lawine van journalisten uit de hele wereld die hem die dag zelf en de volgende weken bedolf. Door die prijs - waarin hij voor de literatuur trouwens weinig ziet - is zijn leven voorgoed veranderd, op een manier die hem kennelijk nog dagelijks met irritatie vervult. Of Flaws in the Glass, zijn autobiografie, of liever zelfportret, ook een van de gevolgen is van de prijs en de niet aflatende jacht op de details van zijn persoonlijk leven, laat hij in het midden, maar het zou me niet verbazen. Te meer omdat het boek, als je het aandachtig leest, eigenlijk bestaat uit een serie van portretten van familieleden, vrienden en landschappen, die in zijn leven een rol hebben gespeeld, segmenten zijn geworden van zijn persoonlijkheid als kunstenaar - en niet uit onthullingen van saillante feiten. De tweede helft van het boek beschrijft overigens reizen naar Griekenland en korte ontmoetingen met al dan niet beroemde mensen. White blijft gereserveerd - afwerend, voorzichtig met wat hij prijsgeeft aan de wolven.
Patrick White werd geboren in 1912, uit Engels-Australische ouders. Zijn vroege jeugd bracht hij door in Australië, in de zorg van een Schotse nanny, die, zoals zo vaak gebeurde, zijn eigenlijke moeder werd. Zijn echte moeder, Ruth, was mooi en snobistisch en stond erop dat haar zoon naar een Britse public school, Cheltenham, werd gestuurd waar hij de zo langzamerhand klassieke miserabele jaren doorbracht die hem moesten voorbereiden op Cambridge. De eenzame schooljaren werden nog bemoeilijkt door Whites koloniale achtergrond - Commonwealthstudenten worden nog steeds maar half geaccepteerd aan Britse onderwijsinstellingen, hoe blank ze ook mogen zijn.
Whites vader was een veel grond bezittende veeboer, die niet opgewassen was tegen de energie en sociale ambities van zijn vrouw, en emotioneel te gereserveerd voor zijn zoon. Patrick voelde zich dan ook al vroeg een koekoeksjong en een wisselkind. Ook in dit boek blijkt White zich nog steeds een ‘freak’ te voelen, een getekende, begenadigd of gedoemd met een temperament dat hem voorbestemde om kunstenaar te worden. Deze uitzonderlijkheid weegt bij hem kennelijk zwaarder dan zijn door hem zelf probleemloos geaccepteerde homoseksualiteit, die hem in staat heeft gesteld zich als een kameleon in te leven in zowel de vrouwelijke als de mannelijke figuren in zijn romans (zonder merkbare voorkeur voor een van beide) en die bovendien geresulteerd heeft in een nu al veertig jaar durend huwelijk met een Alexandrijnse Griek, Malony Lascaris.
Deze gelukkige, permanente relatie in een land en een provinciale cultuur waar zeker in de eerste jaren (ze vestigen zich permanent in Australië in 1948) homoseksualiteit niet bepaald geaccepteerd was, is het enige aspect dat in zekere tegenspraak lijkt te zijn tot Whites in wezen oer-romantische kunstenaarschap. Hij ontmoet Lascaris in Alexandrië tijdens de oorlogsjaren die hij als Intelligence Officer bij de RAF in Afrika en Egypte doorbrengt, en die in het eerste deel van Flaws in the Glass tamelijk uitvoerig worden belicht, in tegenstelling tot zijn studietijd aan King's College, Cambridge, die nauwelijks enige nadruk krijgt. In Cambridge studeerde hij Duits en Frans en ontmoette uit de verte Auden en Spender; na zijn afstuderen vestigde hij zich in Londen, als beginnend professioneel schrijver. Zijn eerste romans trokken nauwelijks enige aandacht, en het uitbreken van de oorlog en zijn dienstnemen bij de RAF onderbraken zijn beginnende carrière effectief. Als hij weer gaat schrijven, na de oorlog, is het in Griekenland en Alexandrië in het gezelschap van Malony. De terugkeer naar Australië is Malony's idee, White was liever in Europa gebleven. Het is vreemd te bedenken dat hij dan waarschijnlijk nooit de romans had geschreven die hem nu tot een auteur van wereldformaat hebben gemaakt, en Australië tot een geografisch en imaginair herkenbaar deel van de ‘world of the mind’.