Betrouwbaar
De belangstelling van studentenzijde was al direct geringer dan verwacht; en in de loop van de jaren die volgden werd de groep eerst uitgedund van eenentwintig tot zes, waarna De Jong ten slotte alléén overbleef. Een rampzalige ontwikkeling moet dat voor hem zijn geweest. Niettemin heeft hij zich in zijn eentje uitstekend, op de van hem bekende ouderwets-degelijke wijze van zijn taak gekweten. Macht en inspraak mag dan niet zozeer een spannend boek zijn, een boek dat door theoretische diepgang, verrassende combinaties of briljante beschrijvingen dwingt tot doorlezen, wél lijkt het me betrouwbaar in de weergave van de feiten en ook betrekkelijk volledig. Gezien de enorme stapels officiële documenten en de indertijd niet aflatende, vanuit verschillende instituten over Amsterdam uitgestorte stencillawines, waar De Jong zich doorheen heeft moeten wroeten, is alleen dat al geen kleinigheid.
De Jong noemt zijn boek bescheiden ‘een “ouderwets” beschrijvend, zij 't hier en daar wel vergelijkend, geschiedverhaal’. Dat is het ook wel, maar het is onvermijdelijk ook méér. De geschiedenis van de democratisering van de Universiteit van Amsterdam heeft zich nu eenmaal niet in een vacuüm afgespeeld. Ze is - zeker in de turbulentste jaren - verweven met buiten-universitaire lokale gebeurtenissen (Provo, Kabouters), met gebeurtenissen in andere universiteitssteden (Groningen, Nijmegen en Tilburg vooral), met landelijke politieke ontwikkelingen (van de wederopbouw direct na de oorlog, de economische expansie daarna, tot de crisissituatie en het socialistische broekriemrealisme van nu) en internationale ontwikkelingen (de negerbeweging in Amerika, het bloedbad in Mexico, Praag, Parijs, en natuurlijk vooral Vietnam). Alleen de selectie uit dat materiaal en de manier waarop al die uiteenlopende zaken gecombineerd worden, is uiteraard al een kwestie van interpretatie, dus ook van verklaringen. Maar gelukkig blijft dat bij De Jong altijd een meervoud, nergens is hij op zoek naar één essentiële oorzaak.
Toch is Macht en inspraak niet het boek van een alles relativerende buitenstaander, dat zou ook moeilijk hebben gekund: De Jong heeft de door hem beschreven ontwikkelingen voor een deel actief meegemaakt. Hij was een van de weinige Amsterdamse hoogleraren die consequent een zo groot mogelijke democratie hebben voorgestaan, zonder zich daarmee ook in alle opzichten met de contesterende studenten te identificeren. In zijn boek loopt hij met zijn sympathieën en antipathieën niet te koop, maar verbergen doet hij ze zeker ook niet.