Foto's
De stukken over beeldende kunst passen goed bij de reisverhalen, want de intuïtieve avonturen zijn dezelfde. Het ticket wordt elders gekocht, maar met dergelijke formaliteiten houdt Nooteboom zich niet bezig. Dat dat niet hoeft, komt omdat hij met zijn tweeën is. Zoals in het stuk waarin sprake is van Cźanne. De ene beschrijft de foto waarop de schilder in zijn laatste levensjaar ergens aan het werk is. ‘Hij heeft een wit sikje en zijn deftige pak is met verf besmeurd.’ De andere citeert de catalogus van de tentoonstelling die is gewijd aan de Laatste jaren van Cézanne. Er is daarin sprake van ‘een Cézanniaanse ruimte’. Beide personages van de schrijver kijken elkaar daarbij even zwijgend aan, zo lijkt het. En het is begrepen.
Jammer en nogal dommig is het daarom dat daarbij ook die foto van Cézanne is afgedrukt. Het is waar, denk je, het klopt maar de beschrijving is beter.
Zo is dit boek herhaaldelijk verlucht - waar het zich zelf al verlucht, om het zo maar eens te zeggen - door niet ter zake doende afbeeldingen, die het afleggen tegen de woorden. Ze zijn afgedrukt op dezelfde papiersoort als de tekst, waardoor het mogelijk werd de illustraties vlak bij de onderhavige passages af te drukken. Wat er dan gebeurt, is verschrikkelijk. Er lijkt een poging te zijn gedaan om de tekst te verhelderen, maar het resultaat is dat er geen verschil meer is waar de schrijver dat zo zorgvuldig aanbracht: het verschil tussen Hopper en Vermeer, het verschil tussen Cézanne en Slauerhoff, het verschil tussen Macao en de begraafplaats Père Lachaise, het verschil tussen het ene personage van de waarnemer en het andere.
Dat blijft gelukkig op het omslag gehandhaafd. Op de achterzijde wordt een scherp afgedrukte foto vertoond van de schrijver die blijkens de vergezellende copyrightmededeling is gemaakt door dr. W.F. Hermans. Wat we daar zien is een ergens midden op straat tot stilstand gekomen Volvo Amazone uit voorbije jaren - ook het kenteken is gemakkelijk te ontcijferen, het luid 87-67-XV - en daarvoor staat de schrijver opgesteld in een uitmonstering, die doet veronderstellen dat hij een aangename avond tegemoetgaat in het gezelschap van de fotograaf, die hem overgeleverd heeft vastgelegd: de fatale knipoog van de sluiter ging in werking toen Nooteboom even met de ogen knipperde, de titel van het meegebrachte boek in Nootebooms rechterhand is onscherp en niet te lezen (dus onzin) en ook de kadering leed onder wat beiden nog voor de boeg hadden. Met geloken ogen staat hij daar, gearmd met een onleesbaar boek te wachten op de dingen die komen gaan. Zijn schedel is open want die heeft de fotograaf niet meegefotografeerd. De bovenkant van de foto bestaat uit Nootebooms opgetrokken wenkbrauwen.
En daarom is het misschien een hele goede foto. Op de voorkant van het boek staat de intrigerende, haarscherpe en raadselachtige afbeelding waarover hij zelf wel eens zal schrijven. Dat hoop ik in elk geval.
■