De beul met het bot
Gerard Brands, tekening The Tjong Khing
De Australische inboorlingen, die al duizenden jaren in Australië woonden voordat de blanken dat werelddeel in bezit namen, is het net zo vergaan als de Indianen in Noord-Amerika. Hele stammen werden uitgeroeid, ze zijn nu grotendeels verbannen naar reservaten en worden door veel Australiërs beschouwd als tweederangs mensen.
Over hun geschiedenis of over hun manier van leven wil ik het niet hebben, wel over een van hun oeroude gebruiken: de wijze waarop zij een misdadiger straffen. Het is een paar keer gebeurd dat een inboorling werd opgenomen in een ziekenhuis. De man leed verschrikkelijke pijnen, maar de dokters die hem onderzochten konden niets vinden. Hij bleek lichamelijk niets te mankeren. Toch stierf hij. Eenvoudig omdat een stamgenoot met een stukje bot op hem had gewezen.
Een inboorling die zwaar heeft gezondigd tegen de regels van zijn volk, kan ter dood worden veroordeeld. Dan gebeurt het volgende. De stamoudsten en de toverdokter komen bij elkaar voor een geheime en ingewikkelde ceremonie. De toverdokter vertoont een paar van zijn kunsten en komt tenslotte met de ‘kundela’ op de proppen. De kundela is een stukje menselijk bot van een centimeter of twintig. Het is het moordwapen waarmee de veroordeelde zal worden terechtgesteld. Niet door hem ermee te steken of te slaan of zo. Welnee. De kundela is door de toverdokter geladen met iets dat alleen maar in de verbeelding bestaat: een tweede, onzichtbaar botje. Wanneer nu de beul voor de veroordeelde knielt, de kundela als een pistool op hem richt en zingt ‘Je sterft! Je sterft! Je sterft!’ dan schiet het onzichtbare bot in het lichaam van de veroordeelde en na enige tijd zal hij sterven.
In onze ogen is dat natuurlijk onzin. Maar Australische inboorlingen geloven er heilig in. Het slachtoffer is er zo van overtuigd dat het onzichtbare bot zijn ingewanden zal verwoesten, dat hij de pijn echt gaat voelen. Dat geloof is zo sterk, dat geen blanke dokter hem kan helpen. Dit verschijnsel noem je met een moeilijk woord autosuggestie (auto = zelf).
Het bot, de kundela, is alleen maar dodelijk voor die ene veroordeelde. Na gebruik wordt het verbrand. Het slachtoffer kan natuurlijk vluchten. Als dat gebeurt, wijzen de stamoudsten twee of drie mannen aan die hem moeten opsporen. Dat is heel eng. De beulen hebben hun naakte lichamen beplakt met kangoeroehaar en dragen een masker van emoeveren (een emoe is een grote loopvogel). Hun voeten steken in sandalen, gevlochten van mensenhaar en kaketoeveren, die geen sporen nalaten. Als schimmen achtervolgen ze hun slachtoffer dat voortdurend in angst leeft. Dagen, weken, maanden kunnen voorbijgaan, maar eens komt het moment dat de veroordeelde verstijfd van angst tegenover de knielende beul met het bot staat. De kundela wordt gericht, de magische woorden ‘je sterft, je sterft’ klinken en de beul met zijn helpers verdwijnen. Het slachtoffer blijft alleen achter. Zijn laatste uurtje heeft geslagen.
■